Een waarschuwing vooraf: dit is een uitspraak van de rechtbank, een hogere rechter kan dus anders beslissen. In dit geval over een aanslag die is opgelegd aan een bv, maar had moeten worden opgelegd aan een fiscale eenheid omzetbelasting. Dat scheelt belanghebbende toch weer een paar duizend euro. Hoe zit dat?
In deze zaak wordt aan de voorwaarden voor een fiscale eenheid omzetbelasting voldaan, maar is er geen beschikking opgelegd door de inspecteur, noch hebben de partijen gehandeld alsof er sprake is van zo’n fiscale eenheid. De rechter geeft aan dat desondanks wel sprake kan zijn van zo’n fiscale eenheid. De crux zit hier in de tenaamstelling van een opgelegde aanslag omzetbelasting. De inspecteur heeft de aanslag opgelegd aan een van de afzonderlijke bv’s, terwijl er een fiscale eenheid omzetbelasting bestaat.
Moet deze aanslag van tafel?
Moet deze aanslag van tafel? Dat hangt er vanaf, aldus de rechter. Wanneer er in de praktijk een fiscale eenheid omzetbelasting bestaat, maar hierover nog onduidelijkheid zou kunnen bestaan bij de inspecteur, mag de inspecteur de aanslag ook opleggen aan de bv in plaats van de fiscale eenheid. Zodra er duidelijkheid bestaat, mag je van de inspecteur verwachten dat hij weet dat hij de aanslag aan de fiscale eenheid op moet leggen en niet aan de afzonderlijke bv.
In deze zaak wordt nageheven over de jaren 2008 tot en met 2010. In januari 2010 hebben de inspecteur en belastingplichtige afgesproken dat er met ingang van het tweede kwartaal 2010 een fiscale eenheid omzetbelasting bestaat. Het zal u niet verbazen dat belastingplichtige stelt dat dit betekent dat het in januari al duidelijkheid was dat er een fiscale eenheid omzetbelasting bestond. In het eerste kwartaal was de situatie per slot van rekening gelijk aan het tweede kwartaal. Alle aanslagen over 2010 hadden dus aan de fiscale eenheid opgelegd moeten worden. De inspecteur stelt zich op het standpunt dat hij pas vanaf 2011 een aanslag aan de fiscale eenheid had moeten opleggen. De rechter sluit aan bij de afspraak tussen de inspecteur en belastingplichtige: de duidelijkheid bestaat met ingang van het tweede kwartaal. De aanslagen over het tweede tot en met vierde kwartaal gaan dus van tafel: zij hadden niet aan de bv, maar aan de fiscale eenheid moeten worden opgelegd.
Tip
Tip: het kan in dit soort zaken geen kwaad om de tenaamstelling van een aanslag tegen het licht te houden. Een foute tenaamstelling door de inspecteur kan in het voordeel zijn van uw cliënt.
Heleen Elbert