Gemeenten willen dit jaar bijna € 3,9 miljard aan onroerendezaakbelasting heffen. Dit is 2,5% meer dan in 2016. Dat meldt het CBS op basis van nieuw gepubliceerde cijfers.
Totale opbrengst
Naar verwachting levert de onroerendzaakbelasting (OZB) op woningen in 2017 voor alle 388 gemeenten gezamenlijk ruim € 2 miljard op. Dat is bijna € 0,2 miljard meer dan de OZB op kantoren, winkels en bedrijfspanden. € 584 miljoen OZB op woningen wordt geïnd door de vier grote gemeenten. In kleinere gemeenten komt gemiddeld meer dan de helft van de OZB-inkomsten uit woningen. In grotere gemeenten ligt het aandeel op niet-woningen gemiddeld hoger.
Grotere steden
In grotere steden zijn doorgaans niet alleen absoluut, maar ook relatief veel bedrijven en kantoren gevestigd. Vooral in de vier grote steden speelt de OZB op niet-woningen een grote rol. Bijna 22% van de opbrengst van alle OZB-heffingen op kantoren en bedrijfspanden in Nederland komt voor rekening van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht.
Verwachte OZB in 2017: Top 4
In Rotterdam wordt drie kwart van alle OZB-inkomsten geïnd bij niet-woningen en een kwart bij woningen. Amsterdam, Den Haag en Utrecht halen iets minder dan twee derde van de OZB binnen op niet-woningen en de rest uit woningen. De verwachte OZB in 2017 voor deze top 4:
Rotterdam: € 236 miljoen
Amsterdam: € 167 miljoen
Utrecht: € 96 miljoen
Den Haag: € 85 miljoen