Nederland accepteert in principe alle bepalingen van het Multilateraal Instrument (MLI). Dat stelt Staatssecretaris van Financiën Eric Wiebes in antwoord op kamervragen over de aanpassing van belastingverdragen aan de verdragsgerelateerde BEPS-uitkomsten.
De minister geeft aan dat hierbij slechts enkele uitzonderingen voorbehouden zijn, namelijk wegens:
- fiscaaltechnische achtergrond waarbij op verdragsniveau dubbele belasting en niet-belasting worden voorkomen;
- de zogenoemde ‘saving clause’ waarbij landen onder het verdrag het recht behouden om hun inwoners te belasten volgens hun nationale regels;
- De bepaling tegen de ‘splitting-up of contracts’ (antisplittingbepaling);
- De verplichte en bindende arbitragebepalingen in de MLI.
Meer tijdwinst en betere bestrijding misdaad
‘De MLI-bepalingen zijn niet nieuw’, zo stelt de minister: ‘Het belangrijkste verschil tussen de huidige praktijk van bilaterale verdragsonderhandelingen (al dan niet met ontwikkelingslanden) en de MLI is de tijdwinst die ermee geboekt kan worden. Conflicten kunnen met de MLI-bepaling in onderling overleg worden opgelost en met de MAP-tiebraker kan misdaad beter bestreden worden.’
Gevolgen voor concurrentiepositie Nederland
Volgens Wiebes is het BEPS-project erop gericht om te voorkomen dat in onbedoelde gevallen een beroep op belastingverdragen wordt gedaan en bevat het voorstellen om geschilbeslechting over interpretatie en toepassing van belastingverdragen te verbeteren. Hij verwacht dat deelname aan de MLI geen negatieve gevolgen heeft voor het fiscale vestigingsklimaat in Nederland.