Met de inwerkingtreding van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen wijzigen enkele Uitvoeringsbesluiten.
In de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen is geregeld dat het zogenoemde pensioen in eigen beheer wordt uitgefaseerd. Hierbij heeft de directeur-grootaandeelhouder (DGA) de mogelijkheid om in 2017, 2018 en 2019 zijn pensioen in eigen beheer te beëindigen door dit fiscaal gefaciliteerd af te kopen dan wel om te zetten in een aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting. Als van een van deze mogelijkheden gebruik wordt gemaakt, is de DGA verplicht bepaalde informatie aan te leveren bij de Belastingdienst.
UBLB 1965
In het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 (UBLB 1965) wordt opgenomen welke informatie hiervoor moet worden aangeleverd en de wijze waarop dit moet gebeuren. Daarnaast komen in het UBLB 1965 enkele bepalingen te vervallen in verband met de uitfasering van het pensioen in eigen beheer. In het onderhavige besluit zijn ook enkele wijzigingen opgenomen van een aantal uitvoeringsbesluiten die eveneens voortvloeien uit de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige pensioenmaatregelen. Deze wijzigingen zijn voornamelijk technisch van aard en om die reden alleen toegelicht in het artikelsgewijze deel van deze nota.
Inwerkingtreding
Het besluit treedt tegelijkertijd met de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen in werking, te weten 1 april 2017. De maatregelen ter uitvoering van de overige fiscale pensioenmaatregelen treden met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2017 in werking. Het gaat hierbij uitsluitend om een aanpassing van enkele verwijzingen in verband met in de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen opgenomen wetswijzigingen die eveneens met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2017 in werking treden. De wijzigingen van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft werken terug tot en met 1 januari 2013. Dit komt, omdat er van de gelegenheid gebruik wordt gemaakt om enkele achterhaalde verwijzingen naar een per 1 januari 2013 vervangen bepaling in de Wet IB 2001 met terugwerkende kracht te actualiseren.