Prestaties van praktijkopleidingen zijn vrijgesteld van BTW. Dat heeft het Europees Hof van Justitie bepaald. Zo maken scholen voor horeca- of kappersopleidingen vaak gebruik van een restaurant of een eigen haarsalon. Leerlingen kunnen hier hun vaardigheden als kok, kelner of haarstylist oefenen.
Lagere prijs
Bezoekers van het restaurant of de kapsalon betalen een vergoeding voor de prestaties. Die vergoeding is meestal lager dan de prijs van een commercieel restaurant. De uitspraak van het HvJ EU kan gevolgen hebben voor de btw-behandeling van leveringen en diensten door leerbedrijven van onderwijsinstellingen en de bijbehorende aftrek van voorbelasting. Als prestaties zijn vrijgesteld van BTW, kan de BTW op investeringen niet als voorbelasting worden verrekend. Dit kan er toe leiden dat een deel van de afgetrokken BTW aan de Belastingdienst terugbetaald moet worden. Gelet op de uitspraak van het HvJ EU kan een school toepassing van de vrijstelling op haar restaurantprestaties voorkomen door deze prestaties tegen commerciële prijzen aan te bieden. Het HvJ EU oordeelde dat de activiteiten die een onderwijsinstelling verricht, waarbij studenten in het kader van hun opleiding en tegen betaling aan derden restaurantdiensten leveren, aan te merken zijn als nauw met het onderwijs samenhangende prestaties en dus zijn vrijgesteld van BTW. Voor de opleiding onmisbare dienstverlening is volgens de is Europese rechter vrijgesteld van BTW.
Geen extra inkomsten
De diensten mogen niet bedoeld zijn om de onderwijsinstelling extra inkomsten te verschaffen en aldus leiden tot concurrentie met BTW-plichtige commerciële ondernemingen. Hoewel het HvJ EU verwijst naar de nationale rechter om na te gaan of de diensten inderdaad zijn vrijgesteld, lijkt vrijstelling onontkoombaar.