Een inspecteur die op aanwijzing van het Gerechtshof opnieuw moest beslissen, was zo traag, dat de rechter de fiscus in een beroepsprocedure veroordeelt alle proceskostenvergoeding te betalen. Dit nadat de inspecteur de zaak tien jaar liet rusten. Dat is een recente uitspraak van de Rechtbank Gelderland, die vond dat de inspecteur onzorgvuldig handelde.
Het betrof een belastingplichtige die door de Belastingdienst diverse navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen en naheffingsaanslagen BTW opgelegd had gekregen. De man maakte bezwaar tegen deze aanslagen. De fiscus wees zijn bezwaarschrift af vanwege onvoldoende motivering. De man ging vervolgens in beroep.
Zoekgeraakt
Hof Arnhem oordeelde dat de Belastingdienst opnieuw op de bezwaren van de man moest beslissen. De inspecteur deed echter pas na meer dan tien jaar iets met deze opdracht. Inmiddels was het FIOD-dossier dat de basis vormde voor de opgelegde aanslagen zoek geraakt. De ontvanger zou daarom de aanslagen niet meer invorderen. De inspecteur verklaarde de bezwaarschriften vervolgens niet-ontvankelijk wegens gebrek aan belang.
Wel processueel belang
De rechtbank oordeelde echter dat de man wel degelijk een processueel belang had, al was het maar omdat hij een proceskostenvergoeding eiste. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur in deze zaak zeer onzorgvuldig had gehandeld. Bovendien had de hele procedure door de schuld van de inspecteur veel te lang geduurd. De Belastingdienst moest daarom de man een integrale proceskostenvergoeding in plaats van een forfaitaire proceskostenvergoeding betalen. Daarnaast kende de rechtbank de man een hoge vergoeding van immateriële schade toe, wegens overschrijding van de redelijke termijn.