Staatsecretaris Wiebes (Financiën) heeft een wtesvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd waarmee Europese regels over het heffen van BTW over vouchers (cadeaubonnen e.d.) worden geïmplementeerd. In de praktijk zijn de wijzigingen beperkt, aldus Wiebes.
De BTW-heffing over vouchers kan onduidelijk zijn wanneer vouchers in het buitenland worden ingewisseld voor een product of dienst. Soms heft een land BTW bij aanschaf van de voucher, terwijl een ander land juist BTW heft bij inwisselen ervan. Dat kan leiden tot onbedoeld dubbele heffing of onterechte niet-heffing.
De nieuwe EU-richtlijn, die vorig jaar is aangenomen, strijkt die plooien glad. De regels hebben geen betrekking op kortingsvouchers.
Enkelvoudig of meervoudig
De richtlijn maakt onderscheid tussen enkelvoudig en meervoudig gebruik van vouchers. Bij vouchers voor enkelvoudig gebruik is op het moment van uitgifte of verkoop bekend in welke lidstaat de BTW verschuldigd is bij de inwisseling van de voucher en hoeveel de BTW bedraagt. “Bij dit soort vouchers wordt volgens de nieuwe regels BTW geheven op het moment van uitgifte en bij iedere doorverkoop van de voucher”, schrijft Wiebes in de toelichting bij het wetsvoorstel.
Bij vouchers voor meervoudig gebruik is op het moment van uitgifte niet bekend in welke lidstaat de BTW verschuldigd zal zijn of hoeveel die bedraagt. “De uitgifte en de doorverkoop van deze vouchers blijft daarom buiten de BTW-heffing. De heffing vindt bij deze vouchers pas plaats bij de inwisseling ervan tegen levering van de onderliggende goederen of diensten waarop de voucher betrekking heeft.”
Maatstaf voor heffing
Zowel bij enkelvoudig als bij meervoudig gebruik is de maatstaf van heffing het bedrag betaald door de consument verminderd met de in dat bedrag begrepen BTW. “Het enige verschil is dat bij de voucher voor enkelvoudig gebruik de btw verschuldigd wordt op het moment van verkoop van de voucher en bij de voucher voor meervoudig gebruik op het moment van gebruik of inwisseling van de voucher voor de geleverde goederen of diensten.”
Bij doorverkoop wordt bij elke verkoop BTW geheven in geval van enkelvoudig gebruik. “Wat betreft vouchers voor meervoudig gebruik die in een keten worden verkocht, geldt dat de BTW eenmalig wordt geheven en wel bij de levering van de goederen of diensten waarvoor de voucher door de consument wordt gebruikt.”
Cadeaubonnen
De BTW-behandeling van onder meer toegangskaartjes voor bioscopen en musea en vervoerbewijzen verandert niet, aldus Wiebes. De BTW-behandeling van cadeaubonnen wordt aangepast: “De uitgever van een cadeaubon kan in beginsel recht op aftrek van voorbelasting hebben op grond van de toepassing van de algemene BTW-regels voor recht op aftrek in artikel 15 van de Wet OB 1968. Ten tweede kan de BTW verschuldigd worden op het moment van verkoop of gebruik van de vouchers afhankelijk van de aard van de cadeaubon. Onder de bestaande regels is het zo dat de BTW altijd pas verschuldigd wordt op het moment van gebruik van de cadeaubon. Kwalificeert de bon als een voucher voor enkelvoudig gebruik dan is de BTW in de nieuwe situatie echter verschuldigd op het moment van uitgifte/verkoop van de voucher. Kwalificeert de bon daarentegen als een voucher voor meervoudig gebruik dan is de BTW ook in de nieuwe situatie verschuldigd op het moment van gebruik/inwisseling van de voucher. Ten derde zijn er gevolgen voor de maatstaf van heffing voor met name de voucher voor enkelvoudig gebruik.”
Telefoonkaarten
Op het gebied van telefoonkaarten verandert er in de praktijk weinig. “Zoals ook nu het geval is, is in het voorstel van wet de overdracht van een telefoonkaart voor meervoudig gebruik door de uitgever of distributeur niet onderworpen aan BTW. Distributie- of promotiediensten die in het kader van de overdracht plaatsvinden zijn wel onderworpen aan BTW. Of dergelijke diensten worden verricht, zal in de praktijk van geval tot geval moeten worden getoetst aan de hand van feiten en omstandigheden.”