Een Amersfoortse accountant-administratieconsulent had gedurende de echtscheiding van een tandartsenechtpaar moeten verifiëren of de vrouw van zijn cliënt inderdaad akkoord was met het stopzetten van de pensioenopbouw in eigen beheer. De consulent heeft een berisping gekregen. Terecht, volgens Het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
In deze zaak ging het om een tandartsenstel dat negen jaar samenwerkte in een praktijk. De man was directeur-aandeelhouder en had zijn vrouw in dienst. In dat dienstverband werden de pensioenrechten en -verplichtingen vastgelegd in een pensioenbrief, waarin onder is vastgelegd dat partnerpensioen ten behoeve van de partner alleen kan worden verminderd met toestemming van de vrouw.
PEB stopgezet
In december 2013 besloot de man dat pensioenopbouw in eigen beheer binnen de vennootschap zou worden stopgezet per 1 januari 2014. De vrouw ondertekende de notulen in de rol van notulist. De accountant stuurde een aangepaste pensioenbrief met een overeenkomst om de pensioenopbouw stop te zetten. De accountant-administratieconsulent was zowel de accountant van de praktijk als van beide tandartsen privé. Bij het ontvangen van een berekening van de actuaris van Pensioen Service Holland wordt gemeld dat rekening is gehouden met het voornemen de pensioenopbouw in eigen beheer per 1 januari 2014 te beëindigen.
Notulen
November 2014 ontvangen de tandartsen dat de pensioenbedragen uit de ‘eerdere pensioenbrief’ te laag was, omdat de pensioenopbouw daarin per 1 januari 2014 zou stoppen. Daarop vroeg de accountant beide partners een nieuwe pensioenbrief met dezelfde datum (17 december 2013) te tekenen. De vrouw geeft hierop aan dat zij niet akkoord gaat met het stopzetten van de pensioenopbouw in de vennootschap. In de reactie van de accountant staat: ‘In het dossier ben ik notulen van de aandeelhoudersvergadering tegengekomen waarin besloten is tot stopzetting van de opbouw van het pensioen. Deze notulen zijn door jou medeondertekend. Een door jou medeondertekende pensioenbrief kan ik zo gauw niet vinden.’ Midden 2015 ontvangt de accountant van het pensioenfonds de berekeningen van de pensioenvoorziening in eigen beheer per 31 december 2014. Daarbij is voor de pensioenopbouw uitgegaan van beëindiging per 1 januari 2014. In de toelichting bij de jaarrekening 2013 is ook opgenomen dat de opbouw van het ouderdoms- en nabestaandenpensioen met ingang van 1 januari 2014 is stopgezet.
Scheiding
Als in maart 2015 man een scheiding aanvraagt dient de vrouw een verweerschrift in. De accountant meldt haar dat hij niet meer als haar accountant kan optreden. Hij adviseert de vrouw een andere accountant of financieel adviseur te zoeken, die haar kan bijstaan in de verdere procedure. De vrouw dient een klacht tegen de accountant in bij de Accountantskamer. De Accountantskamer vindt dat de accountant heeft in strijd heeft gehandeld met het vakbekwaamheids- en zorgvuldigheidsbeginsel. Hij had de vrouw eerder expliciet moeten vragen om toestemming, al was het maar m er zeker van te zijn of zij inderdaad had ingestemd met de beëindiging van de pensioenopbouw en had daar niet vanuit mogen gaan bij het samenstellen van de jaarrekening over 2013. Hij had haar op basis van het vakbekwaamheids- en zorgvuldigheidsbeginsel niet alleen de gewijzigde stopzettingsovereenkomst ter ondertekening toe mogen sturen nam ten onrechte aan dat de vrouw al eerder toestemming had verleend voor het wijzigen van haar pensioenaanspraken.
Hoger beroep
De consulent ging hierop in hoger beroep. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaarde het hoger beroep onlangs ongegrond en meldt ‘het opleggen van de maatregel van berisping in dit geval passend en geboden’ en de berisping bleef staan.