Het Europees Hof van Justitie heeft bepaald dat bedrijven in de financiële sector, zoals verzekeraars en banken, in sommige gevallen ten onrechte geen omzetbelasting betalen. Het gaat om de BTW-vrijstelling voor diensten die zij inkopen bij koepelorganisaties.
Volgens belastingadviseurs heeft het arrest van het Hof verreikende gevolgen heeft voor verzekeraars en banken, omdat die betaalde BTW niet mogen aftrekken. De strop kan honderden miljoenen bedragen. Op 21 september 2017 heeft het Europees Hof hierover arresten gewezen in de zaken Aviva (C-605/15) en DNB Banka (C-326/15).
Onder voorwaarden
Verzekeraars en banken die samen een bedrijf hebben opgericht om bepaalde diensten van af te nemen, zijn vrijgesteld van BTW over deze diensten als aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Zo hebben verzekeraars van brandschade bijvoorbeeld de eerste hulp bij brand ondergebracht bij de Stichting Salvage. En een aantal ziektekostenverzekeraars heeft bijvoorbeeld zijn zorginkoop gebundeld in Multizorg VRZ. Het arrest betekent dat zij BTW moeten gaan betalen over de diensten die zij inkopen bij koepels. Daardoor dreigt een forse strop, van misschien wel honderden miljoenen.
In gesprek gaan
Fiscalisten van diverse accountantsorganisaties, onder meer Deloitte, Meijburg & Co en PwC hebben al gewaarschuwd voor de consequenties van het arrest. De reactie van PWC: ‘Ondernemers in de financiële sector die nog vrijgestelde diensten afnemen van koepelorganisaties, raden wij aan met die organisaties in gesprek te gaan om te zien in hoeverre en voor welk deel de koepelorganisaties de verlaging van hun kostprijs, doordat zij nu recht op aftrek van btw hebben, door kunnen laten werken in de prijs van hun dienstverlening’.