Een orthodontist die privé twee zeiljachten kocht maar die inbracht in zijn bedrijf op de Antillen, kreeg in feite op verkapte wijze een winstuitkering. De rechtbank Rechtbank Noord-Holland vond dat uitgaven aan de schepen door de werkmaatschappij zijn gedaan ter bevrediging van de persoonlijke behoeften van de orthodontist. De belastinginspecteur trapte hier terecht niet in, vond de rechter.
De orthodontist, tevens directeur-grootaandeelhouder van de werkmaatschappij, vond dat kosten die hij maakte voor de schepen ten laste mochten worden gebracht van de winst en lag daarover in de clinch met de fiscus. Zijn vennootschap ingeschreven stond ingeschreven in het handelsregister van Curaçao. Hij wilde met de twee jachten een charterbedrijf beginnen maar de verhuur kwam niet goed van de grond en de activiteiten van de BV werden gestaakt.
Verkapte winstuitdeling
De Belastingdienst heeft voor haar stelling dat sprake is van een verkapte winstuitdeling de volgende motieven aangevoerd en legde de orthodontist een aanslag op. Daartegen maakte de paramedicus bezwaar. De orthodontist was al lang voordat hij de schepen in de werkmaatschappij inbracht een hartstochtelijk zeezeiler. Bij de aankoop waren de schepen kapot. De orthodontist betaalde de liggelden in privé en had de schepen gedurende een aantal jaren ook volledig privé gebruikt. Daar kwam bij dat er geen gebruiksvergoeding werd betaald, of dat die veel te laag was geweest. Verder was een van de schepen niet vaarklaar en gecertificeerd en het kon nog niet zakelijk worden gebruikt. Ook waren er geen financiële haalbaarheidsonderzoeken gedaan naar de haalbaarheid van het door de werkmaatschappij op te starten charterbedrijf.
Persoonlijke behoeften
Rechtbank Noord-Holland heeft geoordeeld dat voornoemde motieven tot het oordeel leiden dat de uitgaven aan de schepen door de werkmaatschappij zijn gedaan ter bevrediging van de persoonlijke behoeften van de orthodontist. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en handhaafde de aanslag.