Gastouders die via een gastouderbureau werken kunnen worden aangemerkt als ondernemer voor de inkomstenbelasting, blijkt uit een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland.
De zaak draaide om een vrouw die geregistreerd gastouder van acht (2010 en 2011) en elf (2012 en 2013) kinderen was. Aanvankelijk gaf ze haar inkomsten aan als resultaat uit overige werkzaamheden. Die omzet liep op van 10.231 euro in 201) tot 21.960 euro in 2013.
Bezwaar
In een bezwaar stelde de betrokken gastouder toch IB-ondernemer te zijn. De inspecteur van de Belastingdienst meende echter dat er onvoldoende zelfstandigheid ten opzichte van de opdrachtgevers (de gastouderbureaus) was en dat er onvoldoende sprake is van ondernemersrisico’s.
Uitspraak
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de vrouw wel degelijk winst uit onderneming geniet. De activiteiten voldoen aan de eisen van duurzaamheid, omvang, beschikbare tijd en het aantal opdrachtgevers. Het is volgens de rechter ook aannemelijk dat de gastouder ondernemersrisico loopt. Er is namelijk het debiteurenrisico als haar opdrachtgevers, de vraagouders, de facturen niet voldoen. De gastouderbureaus vervullen namelijk slechts een kassiersfunctie. De gastouder loopt ook inkomensrisico doordat er bij ziekte, vakanties en afwezigheid anderszins geen inkomsten zijn.
Het inschakelen van gastouderbureaus is noodzakelijk, omdat de vraagouders anders geen aanspraak kunnen maken op kinderopvangtoeslag. De betrokken gastouder opereert commercieel volledig zelfstandig van de gastouderbureaus, oordeelt de rechter. De beroepen van de gastouder werden daarom ook gegrond verklaard.