Volgens vereniging voor accountants en belastingadviesbureaus VLB is een arrest van de Hoge Raad van 30 september 2016 van grote betekenis voor agrarisch Nederland. Dat bevat een oordeel over het zogeheten partieel voorbehoud in verband met de landbouwvrijstelling. Het oordeel heeft impact op de gevolgen van de herwaardering van landbouwgronden.
De landbouwvrijstelling regelt dat de waardestijging van landbouwgrond is vrijgesteld van inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. Volgens Alies Visscher RB, fiscalist bij Countus accountants + adviseurs en lid van de Vaksectie Recht van de VLB, hebben veel agrarische ondernemers de afgelopen jaren hun landbouwgronden geherwaardeerd met toepassing van de landbouwvrijstelling. “Mocht in de toekomst de landbouwvrijstelling worden afgeschaft, dan is de toepassing van de landbouwvrijstelling tot de huidige marktwaarde van de grond in ieder geval veiliggesteld, zo is de achterliggende gedachte.” Het belang ervan kan groot zijn en per hectare tienduizenden euro’s bedragen.
Partieel voorbehoud
De totale meerwaarde van de grond valt niet altijd onder de landbouwvrijstelling. Er kan sprake zijn van een pachtersvoordeel (het prijsvoordeel dat een pachter heeft als hij grond in eigendom koopt) een claim in verband met erfpachtrechten of een afgeboekte herinvesteringsreserve. Visscher: “In deze gevallen is in de praktijk in het verleden geprobeerd om de landbouwgronden alleen te herwaarderen voor zover de landbouwvrijstelling van toepassing is. Het belaste gedeelte van de stille reserves wordt dan voorbehouden (het partieel voorbehoud).”
Nu heeft de Hoge Raad geoordeeld dat zo’n partieel voorbehoud niet mogelijk is. Daarmee wijkt de hoogste rechter af van het oordeel van de rechtbank en van het advies van de advocaat-generaal. Het betreft een sprongcassatie: het ministerie van Financiën is direct naar de Hoge Raad gestapt.
Voorbehoud evenredig toerekenen
Volgens de Hoge Raad moet het voorbehouden gedeelte van de stille reserve naar evenredigheid worden toegerekend aan het vrijgestelde en het niet-vrijgestelde gedeelte van de totale stille reserve. “Daardoor wordt toch een (groot) gedeelte van de winst die niet onder de landbouwvrijstelling valt, gerealiseerd”, licht Visscher toe. Ze geeft een voorbeeld: “Stel dat de waarde van een perceel grond voor € 400.000 in de boeken staat en dat de waarde in het economisch verkeer bij agrarische bestemming van dit perceel € 2.000.000 bedraagt. Van de stille reserve van € 1.600.000 valt € 300.000 niet onder de landbouwvrijstelling. Als bij inbreng een gedeelte van de stille reserve ad € 300.000 wordt voorbehouden, wordt dit pro rata toegerekend aan het onder de landbouwvrijstelling vrijgestelde gedeelte van € 1.300.000 en het belaste gedeelte van € 300.000. Dit betekent dat bij een dergelijke vaststelling van inbrengwaarde en voorbehouden stille reserve € 243.750 van de fiscale claim tot de winst moet worden gerekend.”
Volgens Visscher betekent dat ‘alles of niets’ als de fiscale claim ‘in de grond zit’. “Óf de grond wordt geherwaardeerd, maar dan zal ook de fiscale claim moeten worden afgerekend, óf de claim wordt niet afgerekend, maar dan kan er ook in het geheel niet worden geherwaardeerd.”
Herwaardering terugdraaien of afrekenen
Leden van de VLB hebben een werkafspraak met de Belastingdienst. Ondernemers die hun grond hadden ingebracht met een partieel voorbehoud, verwerken dat met volledige toepassing van de landbouwvrijstelling op het geherwaardeerde gedeelte. “Veelal is bij deze ondernemers in de akte een zogenoemde ‘glijclausule’ opgenomen. Nu een partieel voorbehoud niet mogelijk blijkt te zijn, wordt op basis van deze glijclausule de herwaardering óf teruggedraaid (waarbij de grond weer wordt gewaardeerd tegen de oorspronkelijke boekwaarde) óf er wordt alsnog afgerekend over de belaste claim (waardoor alsnog volledige herwaardering plaatsvindt). Na het arrest wordt nu uitvoering gegeven aan de werkafspraken die met de Belastingdienst zijn gesloten. Ook hierbij heeft de VLB aanvullende praktische afspraken gemaakt met het ministerie van Financiën en de Belastingdienst. De agrarische ondernemers zijn daarbij gebaat, omdat deze afspraken leiden tot efficiency en kostenbesparing.”
Herwaardering van de grond is niet mogelijk zonder belastingheffing over het niet-vrijgestelde gedeelte van de stille reserve. Een deel van de agrariërs zal daardoor feitelijk alsnog afzien van herwaardering. “Soms is herwaardering met fiscale afrekening van de claim toch opportuun, bijvoorbeeld als de onderneming in de nabije toekomst toch zal worden beëindigd of wanneer de fiscale claim relatief laag is. Daarnaast blijft herwaardering van de gronden waarvan de meerwaarde geheel onder de landbouwvrijstelling valt, onverminderd mogelijk. In het licht van de waardestijging van landbouwgrond in de afgelopen jaren is dat een prettige constatering.”
Bron: VLB.nl