Een DGA die op een koopje aandelencertificaten overnam van zijn in geldnood verkerende ex-vrouw, hoeft geen schenkbelasting te betalen. Vrijgevigheid en haar ex bevoordelen waren niet de motieven van de vrouw, vond Rechtbank Gelderland, en daarmee was het begrip ‘schenking’ misplaatst.
Bijna de helft van de aandelencertificaten was in handen van zijn ex, met een waarde van ongeveer €14 miljoen. Vanwege geldproblemen wilde de ex-vrouw certificaten graag van de hand doen en haar voormalige man leek de meest voor de hand liggende koper. De boekwaarde van de certificaten bedroeg € 6,3 miljoen, maar de DGA wilde er niet meer dan € 1 miljoen voor geven. Het water stond de vrouw aan de lippen en tegen de zin van haar advocaat accepteerde ze het bod.
Geen opzettelijke bevoordeling
De koopprijs was een stuk lager dan de waarde in het economische verkeer, en daarom kreeg de ex-man een aanslag schenkbelasting. Terecht of niet? Rechtbank Gelderland vond dat de inspecteur niet slaagde in zijn bewijslast dat de vrouw haar ex-echtgenoot wilde bevoordelen. Zij ging weliswaar akkoord met de overnameprijs, maar niet omdat ze royaal wilde zijn jegens haar voormalige partner. En om die reden kwam de rechtbank tot de slotsom dat de aanslag schenkbelasting ten onrechte was opgelegd: ‘Voor een schenking in de zin van de SW is vereist dat de schenker verarmt en de begiftigde verrijkt en dat sprake is van vrijgevigheid. Voor het aannemen van vrijgevigheid is naast de bewustheid tot bevoordeling vereist dat degene die verarmt de verrijking van de andere partij heeft gewild (zie Hoge Raad 12 juli 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD7272).’