Werknemers gaan er, ondanks de door het kabinet aangekondigde koopkrachtverbetering, alleen op vooruit als werkgevers bereid zijn tot een stevige loonsverhoging. Belastingwijzigingen maken dat er op de loonstrookjes onder de streep een iets hoger netto bedrag staat, maar prijsstijgingen doen dat voordeel teniet.
Willen werknemers erop vooruit gaat, dan gebeurt dat alleen als de lonen omhoog gaan. Het afgelopen jaar stegen de cao-lonen met 2,1 procent, meldt het CBS vandaag. De ontwikkeling van de consumentenprijzen in 2018 is nog niet bekend. Over de eerste elf maanden van 2018 was de stijging 1,7 procent. Dit meldt het CBS op grond van nieuwe cijfers. In 2009, het eerste volle crisisjaar, lag de cao-loonstijging aanzienlijk hoger (2,8 procent). Dat geldt nog sterker voor 2008, een jaar dat wat betreft krapte op de arbeidsmarkt vergelijkbaar is met 2018. In 2008 stegen de lonen met 3,3 procent. In beide jaren was het verschil tussen de stijging van de cao-lonen en de stijging van de consumentenprijzen ook groter dan in 2018.
Onzekerheden
Dit jaar verwacht het kabinet 2,8 procent hogere lonen. In de cao’s die tot nu toe over 2019 zijn afgesloten, komt de loonstijging niet zo ver. Het is de vraag of het wel gebeurt, zegt werkgeversorganisatie AWVN in de Telegraaf. ‘De handelsoorlog en de Brexit brengen de nodige onzekerheid met zich mee. Bovendien groeit de economie iets minder hard dan verwacht. ’Vakbond CNV constateert ziet dat werkgevers ‘niet altijd bereid zijn om de lonen flink te verhogen.”