De verstrekking van een wifi-verbinding tijdens een verblijf op een vakantiepark vormt een aparte prestatie en valt daarom onder het hoge BTW-tarief, heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden onlangs geoordeeld.
Een exploitant van een vakantiepark met 320 vakantiebungalows en een kampeerterrein biedt de gasten tegen betaling van een afzonderlijke vergoeding toegang tot een internetverbinding door middel van een code. In 2014 en 2015 is de prijs van een code per apparaat € 1,50 per dag. Als gasten voor gebruik van de wifi kiezen, moeten zij gedurende het gehele verblijf bij de exploitant de vergoeding betalen. Tussen de 70% en 80% van de gasten betaalde in die jaren voor het verkrijgen van een code. Voor de wifi heeft de exploitant in de aangiften omzetbelasting over de tijdvakken van 1 januari 2014 tot en met 31 mei 2015 6% omzetbelasting aangegeven en voldaan en over het tijdvak juni 2015 21%. De inspecteur legde een naheffingsaanslag op omdat hij van mening is dat 21% omzetbelasting verschuldigd is over het verstrekken van de wifi-verbinding.
Aparte prestatie
In geschil bij het gerechtshof is of de verstrekking van de wifi-verbinding opgaat in de verstrekking van logies in de bungalows of het geven van gelegenheid tot kamperen op het kampeerterrein. Op de verstrekking van logies in het kader van het vakantiebestedingsbedrijf en het gelegenheid geven tot kamperen is het verlaagde omzetbelastingtarief van toepassing. Het hof overweegt allereerst dat als een belastingplichtige jegens één afnemer een of meer handelingen verricht waarin verschillende prestaties kunnen worden onderscheiden, als uitgangspunt geldt dat elk van die prestaties voor de heffing van omzetbelasting als onderscheiden en zelfstandig moet worden beschouwd. Onder omstandigheden moeten verschillende handelingen of elementen van een handeling niettemin als één enkele prestatie worden aangemerkt. Daar is onder andere sprake van als een of meer elementen daarvan de hoofdprestatie vormen, terwijl andere elementen moeten worden beschouwd als een of meer bijkomende prestaties die het fiscale lot van de hoofdprestatie delen.
Wifi doel op zich
Gelet op het feit dat de exploitant in de jaren 2014 en 2015 een aparte vergoeding voor de verstrekking van de wifi-verbinding in rekening bracht en het gegeven dat niet alle gasten (70 tot 80% wel) van deze mogelijkheid gebruik maakten, komt het hof tot het oordeel dat de verstrekking van de wifi-verbinding in die jaren een aparte prestatie vormt die aan het algemene tarief is onderworpen. Aangezien een aanzienlijk deel van de gasten geen belang had bij de wifi, werd deze tegen een afzonderlijke vergoeding aangeboden aan de gasten die wel een belang daarbij hadden. Er was voor de gasten een vrije keuze om de wifi te gebruiken en ook voor hoeveel apparaten. De mogelijkheid gebruik te maken van de wifi vormde voor de gasten die daarvoor kozen, kennelijk een doel op zich. Dit blijkt ook uit de klachten van de gasten bij problemen met de verbinding. Zij vonden de beschikbaarheid en de kwaliteit van de verbinding kennelijk zo belangrijk, dat zij klaagden zodra deze niet (naar behoren) functioneerde. Niet kan worden gezegd dat de nevenprestatie optimaal gebruik van de hoofdprestatie mogelijk maakte. In dit verband heeft het hof meegewogen dat het gebruik van de wifi geen enkel functioneel verband heeft met het gebruik van een vakantieaccommodatie.