Het uitwerken van een nieuwe groepsregeling in de vennootschapsbelasting als opvolger van de huidige fiscale eenheidsregeling vergt meer tijd dan aanvankelijk ingeschat. Het streven om in het najaar 2019 een brief naar de Tweede Kamer te sturen met daarin een schets van de beoogde toekomstige groepsregeling is niet haalbaar. Dat schrijft staatssecretaris Snel van Financiën aan de Tweede Kamer in de nota naar aanleiding van het verslag bij het Belastingplan 2020.
Internetconsultatie
Bij de parlementaire behandeling van de Wet spoedreparatie fiscale eenheid was aangekondigd dat het streven is om in het najaar 2019 een hoofdlijnenbrief naar de Tweede Kamer te sturen met daarin een schets van de beoogde toekomstige groepsregeling, memoreert Snel. ‘In dat kader is een keuzedocument voor een nieuwe groepsregeling voor openbare internetconsultatie aangeboden. Op deze internetconsultatie, die liep van 17 juni 2019 tot en met 29 juli 2019, zijn in totaal elf reacties binnengekomen. Deze reacties bevatten geen concrete schets van een optie voor een nieuwe groepsregeling.’
Groepsregeling ‘verweven met vrijwel gehele systeem van de vennootschapsbelasting’
Daarom is volgens de staatssecretaris nu meer tijd nodig voor de uitwerking. ‘Om met uw Kamer toch een meer fundamenteel debat te kunnen voeren over de voor- en nadelen van de oplossingsrichtingen, zal een schets van de beoogde toekomstige groepsregeling verder moeten worden uitgewerkt. Dat vergt meer tijd dan aanvankelijk ingeschat. Het verzenden van de hoofdlijnenbrief dit najaar is realistisch bezien – mede gezien het wetgevingsprogramma in het najaar van 2019 – daardoor niet haalbaar. Hierbij is mede van belang dat een nieuwe groepsregeling verweven is met vrijwel het gehele systeem van de vennootschapsbelasting. De introductie van een nieuwe groepsregeling is een omvangrijk en ingrijpend traject. Daarom zal voor het tijdpad van de hoofdlijnenbrief zoveel mogelijk worden aangesloten bij het tijdpad van het bouwstenentraject.’ De planning is nu dat er in 2020 of 2021 een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gaat.