Lustopwekkende middelen zijn geen levensmiddelen voor menselijke consumptie en zouden daarom niet onder het verlaagde BTW-tarief voor voedingsmiddelen moeten vallen. Die conclusie trekt de advocaat-generaal van het Europees Hof van Justitie.
De Hoge Raad had vragen gesteld aan het Europees Hof van Justitie over de kwestie, naar aanleiding van een zaak van een Nederlandse ondernemer met een seksboetiek. De ondernemer verkoopt onder meer capsules, druppels, poeders en sprays bestemd voor oraal gebruik, die de geslachtsdrift stimuleren (afrodisiaca). De ingrediënten van deze producten zijn van natuurlijke afkomst. Van 2009 tot 2013 paste de ondernemer het verlaagde BTW-tarief voor voedingsmiddelen toe op die middelen. De Belastingdienst ging echter niet akkoord met toepassing van het lage tarief omdat de producten volgens de fiscus niet kunnen worden aangemerkt als voedingsmiddelen in de zin van de relevante BTW-bepalingen. Daarom legde de Belastingdienst toepassing van het normale tarief op.
Gerechtshof gaf ondernemer gelijk
Het gerechtshof Den Haag stelde de ondernemer eerder in het gelijk gesteld op de grond dat de bestemming van de lustopwekkende middelen er niet aan in de weg staat dat zij worden belast naar het verlaagde tarief voor voedingsmiddelen. De rechter nam daarbij in aanmerking dat de producten bedoeld zijn om oraal in te nemen en worden bereid uit bestanddelen die zich in voedingsmiddelen kunnen bevinden. Ook oordeelde het gerechtshof dat de wetgever een zodanig ruime definitie van het begrip voedingsmiddel voorstaat dat het ook producten omvat die niet direct doen denken aan een voedingsmiddel, zoals snoep, kauwgom en koek.
Prejudiciële vragen
De zaak ligt op initiatief van het Ministerie van Justitie momenteel voor bij de Hoge Raad, die daarover prejudiciële vragen stelde aan het Europees Hof van Justitie in Luxemburg. De advocaat-generaal concludeert dat de regelgeving zo moet worden uitgelegd dat het begrip ‘levensmiddelen voor menselijke consumptie’ duidt op producten die voedingsstoffen bevatten en in beginsel worden geconsumeerd om de mens van deze voedingsstoffen te voorzien. De lustopwekkende middelen vallen daar niet onder en dus zou wat de advocaat-generaal het hoge BTW-tarief van toepassing moeten zijn. Het Europees Hof van Justitie moet alter dit jaar nog over de kwestie beslissen, maar meestal worden adviezen van de A-G overgenomen.