Het kabinet gaat reisorganisaties en vliegmaatschappijen vragen consumenten geld terug te geven als vakanties vanwege corona zijn geannuleerd. Worden toch vouchers verstrekt, dan verdient de btw-aangifte extra aandacht.
In strijd met Europa
Eerder stelde de regering zich op het standpunt dat reisorganisaties en vliegtuigmaatschappijen in plaats van geld teruggeven ook vouchers mochten verstrekken voor reizen die tussen 1 maart en 30 juni zijn geannuleerd. Hoewel dit in strijd is met Europese regels, vroeg minister Cora van Nieuwenhuizen aan de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) niet te handhaven op de verplichting tot terugbetaling binnen zeven dagen.
Oproep aan consument
Gisteren bracht de Europese Commissie haar standpunt over deze kwestie naar buiten. De Europese Commissie vindt dat consumenten het recht hebben om te kiezen tussen een voucher of een terugbetaling. Minister Van Nieuwenhuizen (Luchtvaart) gaat daarin mee, maar doet vanwege ‘de uitzonderlijke situatie die is ontstaan’ wel een beroep op de passagiers om de vouchers die luchtvaartmaatschappijen aanbieden alsnog te accepteren. Maar alleen als dat financieel ‘niet bezwaarlijk’ is, voegt ze eraan toe. Wanneer luchtvaartmaatschappijen terugbetaling moeten aanbieden, is nog niet bekend.
‘Maak voucher aantrekkelijk’
Om passagiers te verleiden toch een voucher te accepteren, moet zo’n tegoedbon aantrekkelijker worden gemaakt, is de aanbeveling vanuit de EU. Dat kan bijvoorbeeld met de waarde van een voucher, de looptijd, de overdraagbaarheid en de garantie op terugbetaling. Van Nieuwenhuizen steunt die aanbevelingen. Premier Mark Rutte zei woensdag nog zich aan het Nederlandse beleid van de vouchers te willen houden en riep passagiers op om solidair te zijn met de luchtvaartmaatschappijen en reisorganisaties.
BTW-aangifte
De SRA publiceert op haar website een artikel over de btw op vouchers en tegoedbonnen. Van belang is dat allereerst wordt bepaald of sprake is van een voucher of kortingsbon. Het verschil tussen beide is dat een voucher inwisselbaar is zonder bijbetaling en dat bij inwisseling van een kortingsbon een bijbetaling nodig is. Bij een voucher voor ‘enkelvoudig gebruik’, bijvoorbeeld een bioscoopbon, is op het moment van uitgifte duidelijk of in de toekomst een product belast met 9% btw of een product belast met 21% btw aangeschaft wordt. De btw moet afgedragen worden bij de uitgifte van de voucher. De oorspronkelijke btw die over de betaling van de klant is berekend, blijft verschuldigd op het moment van uitgifte van de voucher omdat dan het btw-percentage al bekend is.
Voucher meervoudig gebruik
Bij een voucher voor ‘meervoudig gebruik’ is op het moment van uitgifte van de voucher niet duidelijk welk btw-tarief van toepassing is, omdat met de voucher een product dat belast is met 9% btw of een product belast met 21% btw kan worden aangeschaft. De btw is daardoor verschuldigd op het moment dat de voucher wordt ingewisseld voor een goed of dienst, zodat duidelijk is welk btw-tarief van toepassing is. De oorspronkelijke btw op de betaling van de klant wordt niet aangegeven op het moment van uitgifte van de voucher, maar op het moment van inlevering van de voucher, omdat dan het btw-percentage pas bekend is.
___________________________________________________________________