Het CBS heeft nieuwe cijfers over het gebruik van loonsteun via de NOW gepubliceerd. Daaruit blijkt onder meer dat het aantal flexbanen bij bedrijven die aanspraak op de NOW maakten aanzienlijk daalde in die periode, terwijl het aantal vaste banen gelijk bleef. Bij de tweede en derde ronde van de steunregeling waren bovendien aanzienlijk minder banen betrokken dan bij NOW 1.
Banen
In februari 2020, bij het uitbreken van de coronacrisis, telde Nederland 8,5 miljoen banen van werknemers. In de eerste periode waarin de NOW-regeling gold, van maart tot en met mei, werd voor 2,6 miljoen banen steun aangevraagd en ontvangen. Bij alle NOW-regelingen gaat het om een voorlopige uitkering op grond van verwacht omzetverlies. In de tweede periode, van juni tot en met september, waren 1,3 miljoen werknemersbanen betrokken bij de NOW-steun. Voor verreweg de meeste van deze banen was ook in de eerste periode al een beroep gedaan op de overbruggingsregeling.
In de drie laatste maanden van 2020, toen de NOW 3.1 van kracht werd, werd voor 1,4 miljoen werknemersbanen steun ontvangen. Ook toen ging het voor 90 procent om banen die al eerder meedongen naar overheidssteun. Voor geen van de drie regelingen is het aantal uitkeringen al definitief vastgesteld. Het is waarschijnlijk dat het definitieve aantal uitkeringen uiteindelijk lager zal uitvallen.
Alleen flexbanen weg
Bij bedrijven die een beroep deden op NOW 2 was het aantal flexibele werknemersbanen teruggelopen tijdens de eerste lockdown, van maart tot en met mei. Tijdens de versoepeling in de zomer kwamen er weer flexbanen bij. In de laatste drie maanden van het jaar, toen de maatregelen weer werden aangescherpt, daalde het aantal weer. Een zelfde patroon deed zich voor bij banen van aanvragers van NOW 3.1. Het aantal vaste banen bleef vrijwel gelijk. Vaste banen zijn reguliere werknemersbanen met een contract voor onbepaalde tijd, flexbanen zijn reguliere werknemersbanen met een contract voor bepaalde tijd, uitzendbanen, oproepbanen en stagebanen.
Bron: CBS