Een Amerikaanse grondstoffenverwerker voor de agrarische industrie moet over het boekjaar 2009/2010 belasting betalen over een winst die driemaal zo hoog is als eerst opgegeven, oordeelt de rechter in een zaak rondom transfer pricing. De Belastingdienst had eerder een nog veel hogere aanslag opgelegd.
De zaak draait om het bedrijf ADM, weet het FD te melden. Dat gaf over het jaar 2009/2010 een winst op van bijna € 35 miljoen, inclusief bijna € 2 miljoen overdrachtswinst omdat activiteiten van Nederland naar Zwitserland zijn verplaatst. De Belastingdienst plakt in een correctie een nul achter het winstcijfer en de overdrachtswinst wordt vastgesteld op € 320 miljoen, omdat er in de ogen van de fiscus geen sprake was van een activa-passivatransactie, maar een overdracht van ondernemingen.
Geen compromis
Voor de rechter vechten de twee het geschil uit en de rechter oordeelt dat het ging om de tweede variant. De rechtbank stelt voor om onderling tot een oplossing te komen, maar dat lukt niet. Een deskundige moet vervolgens de minimale waarde bepalen van wat is overgedragen. Dat leidt uiteindelijk tot een overdrachtswinst van ruim € 84 miljoen en een belastbare winst van ruim € 117 miljoen. Bij de waardering moet uitgegaan worden van het arm’s length-principe: bedrijfsonderdelen moeten elkaar reële zakelijke prijzen betalen bij onderlinge transacties.
Belastingontduiking niet bewezen
De rechter overweegt nog dat ADM weliswaar aanzienlijk minder winst heeft aangegeven dan werkelijk behaald, maar dat daarmee nog niet kan worden geconcludeerd dat het bedrijf daarmee belasting wilde ontlopen. Verder is brutering van de winst, zoals de fiscus had bepleit, niet aan de orde. De deskundige had al geoordeeld dat daarvoor geen wettelijke basis bestaat. De rechter gaat wel mee in het betoog van de Belastingdienst dat brutering een onderdeel is van de zogeheten transfer-pricing-richtlijnen van de Oeso, maar dat dat nog niet in alle gevallen hoeft te worden toegepast.
Onder druk gezet
De Belastingdienst hoeft de werkelijke proceskosten niet te betalen. ADM had dat geëist omdat de fiscus het bedrijf onder druk had gezet met de dreiging van een winstcorrectie van een miljard euro, een boete en strafvervolging. Maar daarvoor ziet de rechter onvoldoende bewijs. Wel draait de fiscus op voor een vergoeding van ruim € 5.000 in de proceskosten. Twee weken terug oordeelde de rechter in een soortgelijke zaak over British American Tobacco. Volgens deskundigen zijn er steeds meer rechtszaken rondom het fenomeen transfer pricing.
Bron: rechtspraak/FD