De pijn van de opgelopen energiekosten lijkt te verzachten, maar dat is volgens kredietverzekeraar Allianz Trade schijn: ‘Het ergste van de energiecrisis krijgen Europese bedrijven nog voor de kiezen. Dankzij langlopende contracten bleef het effect van de hogere energiekosten tot nu toe beperkt. Naarmate meer contracten worden verlengd, zal de klap in kracht toenemen.’
Allianz Trade deed onderzoek en concludeerde dat Duitse bedrijven dit jaar te maken krijgen met 40 procent hogere energiekosten in vergelijking met 2021. In Italië en Spanje pakt de rekening 90 procent hoger uit. En ook in ons land moet de klap nog komen, zegt Johan Geeroms. Hij is director Risk Underwriting Benelux van Allianz Trade, dat tot vorig jaar als Euler Hermes door het leven ging: ‘Men denkt dat de energieprijzen momenteel zover zijn gedaald dat de energiecrisis al weer achter de rug is. Dat is een misvatting. Wij verwachten dat de energieprijzen in de loop van het jaar weer oplopen naar recordhoogte en dat de doorwerking steeds groter zal worden. Dat heeft onherroepelijk impact op de marges, winstgevendheid en investeringen van bedrijven. Niet alleen de langlopende contracten dempen volgens Geeroms de doorwerking van de hogere energieprijzen, maar ook de overheidssteun, die binnen de EU per land sterk verschilt.
Concurrentiepositie niet verslechterd
Volgens het onderzoeksrapport hadden bedrijven in de EU afgelopen jaar gemiddeld te maken met ‘slechts 20 procent hogere energiekosten, terwijl de groothandelsprijzen voor gas en elektra medio vorig jaar respectievelijk met 300 en 200 procent stegen. Daarna volgde weer een daling. In feite zijn ondernemingen vorig jaar nog niet erg geraakt, zegt Geeroms: ‘De energiecrisis speelt vooral in Europa. Je zou verwachten dat de concurrentiepositie van bedrijven hierdoor flink is verslechterd ten opzichte van de VS, maar dat valt mee. Hogere lonen en de wisselkoers hebben een veel groter effect dan energiekosten. Het verhaal is eerder andersom. Door de sterk gestegen dollar is de Amerikaanse concurrentiepositie fors verslechterd. In ons nadeel is dan wel weer dat gas en olie, net zoals andere commodities, in dollars noteren. Voor ons betekent dit geïmporteerde inflatie.’ Desondanks daalde in alle belangrijke EU-landen de export vorig jaar. ‘Niet de VS, maar landen in Azië, het Midden-Oosten en Afrika profiteren hiervan. Het meeste terrein wordt verloren in de sectoren agrifood, machines en elektrische apparatuur, metalen en transport.’
Landbouw springt eruit
Geeroms ziet ook een opmerkelijke afwijking. ‘Vorige week meldde het CBS dat de exportwaarde van Nederlandse landbouwproducten is gestegen met 17 procent. Als verklaring daarvoor wordt gegeven dat de prijzen zijn gestegen. Maar uit ons onderzoek blijkt dat de Nederlandse landbouw vorig jaar 3 procent marktaandeel heeft gewonnen, terwijl we voor nagenoeg alle sectoren zien dat de belangrijkste EU-landen vooral marktaandeel verliezen.’ Volgens Geeroms komt dat gedeeltelijk door herverdeling van agrarische importen binnen de EU, ‘maar zeker ook door de algehele voorspong van de Nederlandse agrifood-sector. Denk aan zaadveredeling en technologische vernieuwing. Dankzij instituten als Wageningen University en TU Delft prijkt Nederland mondiaal bovenaan.’