Een BV is een van de regionale steunpunten voor een erkende thuiszorgorganisatie. De rechtbank oordeelt dat de thuiszorgorganisatie en de zorgverleners voor de omzetbelasting samen niet één belastingplichtige vormen. En ook niet dat zij tezamen één ondeelbare, vrijgestelde prestatie leveren.
Verder oordeelt de rechtbank dat uit de overgelegde samenwerkingsovereenkomst blijkt dat de BV vooral bemiddelt tussen zorgvragers en zelfstandige zorgverleners. Dit zijn geen vrijgestelde zorgprestaties. Daarom is ze over de door haar ontvangen vergoedingen omzetbelasting verschuldigd.
ZON
De zorg wordt geleverd door zelfstandige zorgprofessionals, de zogenaamde zorg-ondernemer (afgekort ZON). Een ZON is iemand die volledig gekwalificeerd is om de nodige zorg geheel zelfstandig te leveren. In overleg met de cliënt wordt een zorgplan opgesteld en de zorg wordt geleverd conform de wensen van de cliënt.
De ondernemer mag, op grond van haar AWBZ-toelating landelijk opereren en heeft ter uitvoering hiervan samenwerking gezocht met personen en/of organisaties teneinde een netwerk tot stand te kunnen brengen van Steunpunten die voor een goede afstemming van zorgvraag en – aanbod zullen zorgdragen.
Urenbriefjes
In de praktijk worden de door de zorgverleners verleende zorguren genoteerd op urenbriefjes. Kopieën van dergelijke urenbriefjes dienen als onderbouwing. Op de urenbriefjes staat ‘Bemiddeling’, gevolgd door de naam van de ondernemer. Verder zijn hierop de naam en gegevens van de zorgvrager, de naam en gegevens van de zorgverlener, de indicatie, de maand en het jaar, de verleende zorguren en een handtekening van de zorgvrager vermeld. De urenbriefjes worden ingeleverd bij belanghebbende. Na accordering voert zij de verleende zorguren in een computersysteem in, waarna zij op basis van deze gegevens zorgdraagt voor de afrekening met de gemeenten, de zorgkantoren en de zorgverzekeraars (de bekostigende instanties).
Inzetvergoeding
Op de bedragen die zij ontvangt van de bekostigende instanties voor de aan de zorgvragers verleende zorguren houdt zij een bedrag in voor de door haarzelf verleende diensten. Daarnaast wordt op de ontvangen bedragen een percentage ingehouden voor de door verrichte werkzaamheden. Het restant wordt uitbetaald aan de zorgverlener. De bedragen die worden geïncasseerd, wordt de inzetvergoeding genoemd. Over die vergoeding stelt belanghebbende primair dat zij en de zorgverleners gezamenlijk één prestatie leveren, te weten een vrijgestelde zorgprestatie. Zij beroept zich daarbij op de vrijstellingen van artikel 11, eerste lid, letters c, f en g van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet OB).
Rechtbank volgt inspecteur
Inhoudelijk stelt de inspecteur zich op het standpunt dat er geen sprake kan zijn van één ondeelbare vrijgestelde zorgprestatie nu er sprake is van verschillende dienstverrichters die hun diensten verlenen aan verschillende afnemers. Volgens de rechtbank is het aan belanghebbende om aannemelijk te maken dat zij tezamen met de BV en de zorgverleners één vrijgestelde dienst levert aan de zorgvragers. Daarin is ze niet geslaagd besluit de rechtbank.
Uit de overgelegde samenwerkingsovereenkomsten noch anderszins blijkt verder dat sprake is van een gezamenlijke verantwoordelijkheid en het gezamenlijk dragen van de economische risico’s. Aldus is niet aannemelijk geworden dat belanghebbende, de BV en de zorgverleners hebben afgesproken dat zij zowel in de onderlinge verhoudingen als naar buiten toe als één ondernemer een dienst verrichten.
Wat de diensten betreft stelt belanghebbende dat de handelingen die zij verricht ook als zorg kwalificeren. Zij stelt dat zorg ook het coördineren van de zorg en het signaleren van mogelijke problemen omvat en dat haar activiteiten op die manier te duiden zijn. De rechtbank ziet dit meer als handelingen die worden verricht in het kader van de bemiddeling tussen zorgvrager en zorgverlener.