
Wat wanneer werknemers pas na jaren bezwaar maken tegen een wijziging van de pensioenregeling? Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch boog zich hier recent over en oordeelde in het voordeel van de werkgever.
Enkele weken geleden schreef mijn kantoorgenote mr. Suus van Ingen een artikel over het wijzigen van pensioenregelingen. Recent is door Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch een arrest gewezen dat een toevoeging is op dat artikel.
Casus
Wat was er aan de hand? De werkgever en de betrokken werknemers hadden een pensioenovereenkomst gesloten. In eerste instantie kwam de pensioenpremie volledig voor rekening van de werkgever. Met ingang van 1 januari 2014 heeft de werkgever dit eenzijdig, met instemming van de groepsondernemingsraad, gewijzigd, waardoor de premie stapsgewijs (10%, 20% en tot slot 30%) deels voor rekening van de werknemers kwam. Daarnaast heeft de werkgever een compensatie uitbetaald. Een aantal werknemers was het hier niet mee eens en heeft hierover een procedure gevoerd, wat heeft geleid tot het zogenaamde Fair Play-arrest van de Hoge Raad. Deze werknemers zijn hierin in het gelijk gesteld. Naar aanleiding van het arrest van het Gerechtshof zijn toen verschillende andere groepen werknemers van hetzelfde concern opgestaan en hebben zich op het standpunt gesteld dat ook voor hen de eigen bijdrage niet ingevoerd had mogen worden. De kantonrechter heeft de vorderingen van de werknemers afgewezen. De kantonrechter was van mening dat duidelijke en ondubbelzinnige informatie aan de werknemers is verstrekt en dat de werkgever mocht aannemen dat de werknemers welbewust hebben ingestemd. Het is nu aan het Gerechtshof (ECLI:NL:GHSHE:2023:835 en 836, 837 en 838) om daar wat van te vinden.
Oordeel Gerechtshof
Het is duidelijk dat de invoering van de eigen bijdrage een verslechtering voor de werknemers met zich meebrengt. Zij houden daardoor minder netto loon over. Om die reden is het van belang dat de werkgever duidelijkheid heeft verschaft over de inhoud van de wijzigingen en de werkgever op grond van verklaringen of gedragingen van de werknemer mocht aannemen dat de werknemer welbewust met de wijziging heeft ingestemd.
Gezien de feiten en omstandigheden is het Gerechtshof van mening dat de werkgever niet heeft mogen aannemen dat de werknemers welbewust hebben ingestemd met de invoering van de eigen bijdrage. Het was voor de werknemers onvoldoende duidelijk dat ze de mogelijkheid hadden om al dan niet met de wijziging in te stemmen of daartegen bezwaar te maken. Deze slag winnen de werknemers dus. Maar het helpt hen niet de invoering van de eigen bijdrage ongedaan te maken.
Rechtsverwerking
De werkgever heeft namelijk ook een beroep op rechtsverwerking gedaan. Rechtsverwerking kan worden aangenomen als de werknemers zich hebben gedragen op een wijze die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onverenigbaar is met het vervolgens geldend maken van hun recht of bevoegdheid. Daarvoor is het verstrijken van tijd sec onvoldoende. Er moet sprake zijn van bijzondere omstandigheden op grond waarvan bij de werkgever het gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat de werknemers hun aanspraak niet meer geldend zouden maken, of de positie van de werkgever onredelijk verzwaard of benadeeld zou worden, indien de werknemers hun recht alsnog claimen.
Op 1 januari 2014 is namens de werknemers een algemene bezwaarbrief aan de werkgever verzonden. Vervolgens hebben de onderhavige groepen werknemers tot april 2018/januari 2019 gewacht, om alsnog met een beroep op het hierboven genoemde arrest van het Gerechtshof dat heeft geleid tot het Fair Play-arrest van de Hoge Raad, te verzoeken om de invoering van de eigen bijdrage ongedaan te maken. Voor dit tijdsverloop is geen verklaring door de werknemers gegeven. Stilzitten kan tot rechtsverwerking leiden als van de werknemer in dit geval een bepaald handelen verwacht mag worden. Het Gerechtshof is van mening dat hier in deze situatie aan voldaan wordt. Met andere woorden: de werkgever mocht er gerechtvaardigd op vertrouwen dat de werknemers geen bezwaar meer tegen de invoering van de eigen bijdrage zouden maken. Ze hebben derhalve te lang gewacht, ondanks de procedures die tot het Fair Play-arrest hebben geleid.
Daarvoor is van belang dat het Gerechtshof aanneemt dat de werknemers in 2014 bezwaar gemaakt hebben. Vervolgens hebben maandelijks inhoudingen op het loon plaatsgevonden, welke inhoudingen door de stapsgewijze invoer ook steeds hoger zijn geworden. Ook is de compensatie ontvangen en gehouden. Het was de onderhavige groep ook bekend dat andere collega’s wel meteen zijn gaan procederen na invoering van de eigen bijdrage. Zij hebben richting de werkgever niet aangegeven ervan uit te gaan dat een eventueel positieve uitkomst van deze procedure ook voor hen zou gelden. Tot slot is het arbeidsvoorwaardenpakket van de werkgever per 1 januari 2016 zo gewijzigd dat sprake is van een vooruitgang voor de werknemers. Desondanks zijn ze in 2018 alsnog gaan protesteren tegen de invoering van de eigen bijdrage. Tot slot heeft de werkgever voldoende aangetoond het terugdraaien van de eigen bijdrage financieel niet te kunnen dragen. Op grond van al deze omstandigheden slaagt het beroep op rechtsverwerking.
Conclusie
Wanneer je het als werknemer niet eens bent met een (eenzijdige) wijziging van je pensioenregeling, zal je daar ook naar moeten handelen. Doe je dat niet (meteen) dan kan dit je tegengeworpen worden, als je in een latere fase alsnog bezwaar wilt maken. Dit neemt niet weg dat de werkgever in een wijzigingstraject scherp moet blijven op wat van haar verwacht mag en moet worden in een dergelijk traject. Kortom, het blijft een complex traject.
Linda Evers is advocaat bij Gommer & Partners.
Deze bijdrage is eerder gepubliceerd op Pensioen Vanmorgen. Met Pensioen Vanmorgen onderbouw je jouw pensioenkennis. Je volgt relevante ontwikkelingen en krijgt nieuwe inzichten door zowel korte als beschouwelijke artikelen. Abonneer je op Pensioen Vanmorgen en ontvang alle ins en outs over pensioenen voor een goed onderbouwd pensioenadvies.