
Met ingang van 1 januari 2023 is paragraaf 3.2.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) vervallen. Dit betekent dat doteren aan de fiscale oudedagsreserve (FOR) niet meer mogelijk is. Bij de inwerkingtreding van het belastingplan 2023 is een uitzondering gemaakt voor het doteren aan de FOR ten aanzien van gebroken boekjaren die eindigen in het belastingjaar 2023. Naar aanleiding hiervan zijn verschillende vragen opgekomen die zien op de problematiek rondom een gebroken boekjaar, een lang boekjaar en de samenloop met een regulier boekjaar.
De Kennisgroep winstfaciliteiten en firmaproblematiek heeft een standpunt ingenomen over het doteren aan de fiscale oudedagsreserve ten aanzien van een gebroken boekjaar, een lang boekjaar en de samenloop met een regulier boekjaar in het belastingjaar 2023.
Vragen
Is het mogelijk om te doteren aan de FOR, in het belastingjaar 2023, ten aanzien van de volgende situaties:
- boekjaar 1 april 2022 t/m 31 maart 2023;
- boekjaren 1 januari 2023 t/m 31 december 2023 en 1 april 2022 t/m 31 maart 2023. Er is sprake van twee ondernemingen;
- boekjaar 1 mei 2022 t/m 31 oktober 2023. Er is sprake van een lang boekjaar;
- boekjaar 1 mei 2021 t/m 31 januari 2023. Er is sprake van een lang boekjaar;
- boekjaar 1 mei 2022 t/m 31 januari 2024. Er is sprake van een lang boekjaar;
Antwoorden
- doteren is mogelijk over het gehele gebroken boekjaar;
- doteren is alleen mogelijk over het gebroken boekjaar;
- geen splitsing van het lange boekjaar. Doteren is mogelijk in 2023 over het gehele, lange, boekjaar;
- splitsing eerste boekjaar in 1 mei 2021 t/m 30 april 2022 en tweede boekjaar 1 mei 2022 t/m 31 januari 2023. Doteren is mogelijk voor beide gebroken boekjaren;
- splitsing eerste boekjaar in 1 mei 2022 t/m 30 april 2023 en tweede boekjaar 1 mei 2023 t/m 31 januari 2024. Doteren is alleen mogelijk voor het gebroken boekjaar dat eindigt in 2023.
Een nadere toelichting op het kennisgroepstandpunt vind je hier.