Kom tot één vereenvoudigde regeling met één wettelijk kader, om het stelsel van kindregelingen (kinderbijslag en kindgebonden budget) eenvoudiger, zekerder en voorspelbaarder voor ouders te maken.
Dat wordt geadviseerd in een ambtelijke verkenning van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Dienst Toeslagen, de SVB en het ministerie van Financiën. Ook ouders, gedragsexperts en andere belanghebbenden zijn bij de verkenning betrokken, die door minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar de Kamer is gestuurd.
Combinatie regelingen
Hoewel ondersteuning via de kinderbijslag en het kindgebonden budget voor veel ouders goed werkt, wordt de combinatie van de regelingen door sommige ouders als ingewikkeld en onvoorspelbaar ervaren. Het risico op een eventuele terugvordering leidt ertoe dat sommige ouders ervoor kiezen om bij voorbaat geen gebruik te maken van het kindgebonden budget. Mede daarom is er gekeken naar mogelijkheden om de kindregelingen te verbeteren.
Eén regeling, één wettelijk kader
Kijkend naar de behoeften van ouders, maar ook de wens om het toeslagenstelsel te vereenvoudigen, wordt in de ambtelijke verkenning geconcludeerd dat een belangrijk eerste stap naar een structurele verbetering ligt in het komen tot één vereenvoudigde regeling met één wettelijk kader. Dit maakt het minder ingewikkeld voor ouders en zorgt voor meer zekerheid. In de verkenning zijn varianten op hoofdlijnen uitgewerkt. Een regeling die onafhankelijk is van iemands inkomen, een inkomensafhankelijke regeling of een variant met een basisbedrag en een inkomensafhankelijke aanvulling. Beide opties kennen voor- en nadelen.
Varianten
Voor ouders en voor uitvoerders is een inkomensonafhankelijke regeling het eenvoudigst. Ouders hebben zekerheid over het bedrag dat zij ontvangen en het risico op terugvorderingen is laag. Tegelijkertijd biedt dit minder ruimte om rekening te houden met de financiële situatie van gezinnen. Huishoudens met lagere inkomens hebben meer belang bij financiële ondersteuning, dan huishoudens met hogere inkomens.
Bij de variant met een inkomensafhankelijke regeling is gekeken naar twee mogelijkheden. Een volledig inkomensafhankelijke regeling en een regeling met een basisbedrag voor alle ouders met een extra inkomensafhankelijke verhoging voor sommige ouders. De eerste optie biedt ondersteuning die zoveel mogelijk is afgestemd op de financiële situatie van een gezin. Tegelijkertijd moeten ouders na een verandering in het inkomen zelf meer moeite doen voor een aanvraag. De tweede optie biedt meer zekerheid, maar zorgt – afhankelijk van de hoogte van het basisbedrag – voor minder gerichte financiële ondersteuning.
Stelselvernieuwing
De uiteindelijke keuze voor een eenvoudig en voorspelbaarder stelsel van kindregelingen moet samen met de vernieuwing van het toeslagenstelsel en het financieringsstelsel voor de kinderopvang worden bekeken. Door dit in samenhang te doen kan er in de breedte gekeken worden naar de inrichting van het Nederlandse stelsel voor sociale zekerheid, toeslagen en inkomensbeleid. Dit vereenvoudigt bovendien de dienstverlening en uitvoering voor ouders die over de grens werken en ouders die in Nederland werken maar niet in Nederland wonen.