
De Rabobank mocht de bankrelatie opzeggen met de Stichting Internationale Steun Rechtstreeks Aan Armen (ISRAA) en haar voorzitter. De stichting vond dat een accountantsverklaring aantoonde dat geldstomen verantwoord waren. Maar dan moet je die verklaring wel kunnen laten zien in de rechtszaal.
ISRAA is een Nederlandse humanitaire non-profitorganisatie. Zij ondersteunt Palestijnse weeskinderen en mensen die noodhulp nodig hebben, onder meer in vluchtelingenkampen in Gaza, Libanon en Turkije. In juni pakte justitie onder meer de penningmeester van de stichting op. Zij zou 6 miljoen euro hebben doorgesluisd naar terreurorganisatie Hamas. In dagblad Trouw reageerde een bestuurslid van ISRAA ontzet: ‘We zijn geschokt en in shock. Ik vind dat wij onze rijkdom moeten delen. Wij verwerpen elke vorm van geweld.’
Eerder al problemen
Rabobank had al eerder problemen met de stichting. In 2021 werd de bankrelatie opgezegd. Rabobank stelde niet aan haar verplichtingen in de Wet op het financieel toezicht (Wft), de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en sanctiewetgeving te kunnen voldoen. Bij Stichting ISRAA zou sprake zijn van een niet transparante geld- en/of goederenstroom naar Gaza, waarbij het zou gaan om transacties die via een omweg (bijvoorbeeld Turkije) naar Gaza werden geboekt. Rabobank verweet de Stichting ook dat ISRAA nog steeds niet het zogenoemde CBF-keurmerk had verkregen.
Kort geding gewonnen
Via een kort geding wist ISRAA af te dwingen dat zij voorlopig klant mocht blijven bij Rabobank. Een belangrijk punt was dat accountant Confidant een goedkeurende verklaring had afgegeven bij de jaarrekening. De rechter oordeelde dat hieruit kon worden afgeleid ‘dat de accountant kennelijk heeft kunnen nagaan dat het geld dat ISRAA heeft uitgegeven ook daadwerkelijk terecht is gekomen bij projecten waarvoor zij bestemd waren en dat de accountant geen aanwijzingen heeft gevonden voor terrorismefinanciering, zoals ISRAA terecht heeft aangevoerd.’
Terroristische organisatie
Op 4 juni 2023 kondigde het Israëlische National Bureau for Counter Terror Financing (NBCTF) een zogenaamde seizure order af tegen een (voormalig) vrijwilliger van ISRAA wegens ‘illegal reward for terror’. De persoon zou 400.000 dollar hebben overgemaakt naar een rekening die gelieerd was aan Hamas. Op 16 juni 2023 zegde Rabobank de bankrelatie met ISRAA opnieuw op. Maar ook de voorzitter van de stichting moest op zoek naar een nieuwe bank. ‘U treedt sinds 1 oktober 2016 op als voorzitter van Stichting ISRAA,’ schreef Rabobank. ’In die hoedanigheid wist u, danwel behoorde u te weten, van de activiteiten van voornoemde stichting. Vanwege uw (prominente) rol in deze stichting kunnen de activiteiten van deze stichting u ook in privé worden aangerekend. Derhalve kan de bancaire relatie met u in privé niet worden gecontinueerd.’
Ook voorzitter ‘gecanceld’
De stichting stapt opnieuw naar de rechter. Het privé bankieren van stichtingsvoorzitter bij Rabobank leidt niet tot enig concreet integriteits- of reputatierisico voor de bank, stelt haar advocaat. Verder is niet aangetoond dat er enig ander risico is dat opzegging van de bankrelatie rechtvaardigt. De opzegging is dan ook naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Het standpunt van Rabobank dat de vrouw als bestuurder van de Stichting moest weten of had behoren te weten van de activiteiten van de Stichting is onbegrijpelijk. De Stichting zelf staat namelijk niet op de Seizure List van het NBCTF, waarnaar Rabobank had verwezen. De voorzitter van ISRAA staat zelf ook niet op de lijst. Dat een voormalig vrijwilliger van de stichting wel op die lijst staat, en dat in het onderliggende besluit wordt verwezen naar de Stichting en het feit dat deze in 2007 op de de Terrorist Organizations an Unauthorized Assiciations list van het NBCTF is geplaatst (en omschreven als een ‘terroristische organisatie’), kan geen grond vormen voor opzegging van de bankrelatie met voorzitter van de stichting in privé. De geldstromen van de Stichting waren bovendien inzichtelijk. Een onafhankelijk accountant had de jaarrekeningen van de Stichting goedgekeurd en de stichting was op weg naar het behalen van het CBF-keurmerk. Er is dus geen sprake van enig concreet risico op overtreding van de Wwft of Sanctiewetgeving. Bovendien, ook al zou de Stichting in rechte worden vervolgd of zijn geplaatst op een lijst, dan nog kan dit niet de voorzitter van de stichting in privé worden aangerekend.
Nieuw kortgeding
De kortgedingrechter stelde voorop dat er sinds het persbericht van het OM duidelijke aanwijzingen zijn geweest voor een link tussen Stichting ISRAA en (geldstromen richting) Hamas. Ook wordt in de seizure order van de Israëlische NBCTF stichting ISRAA een terroristische organisatie genoemd en staat in de seizure order vermeld dat de stichting bij Rabobank bankiert. Rabobank kon dus, zoals zij terecht stelt, vanaf dat moment niet negeren dat de stichting door officiële overheidsinstellingen in verband werd gebracht met Hamas. Rabobank stelt terecht dat het niet relevant is of en in hoeverre de lijst van de Israëlische NBCTF is overgenomen door de Europese Unie en in Nederland mogelijk geen ‘juridische status’ heeft. Dit geldt temeer nu stichting ISRAA in het persbericht van het OM zelf ook wordt verdacht van strafbare feiten en in dat verband een criminele organisatie wordt genoemd.
Rabobank heeft in september 2023 ook de bankrelatie met de voorzitter van de stichting opgezegd en zij had hiervoor voldoende reden. De voorzitter van de stichting is al ruim zeven jaar voorzitter van ISRAA en in die hoedanigheid (met haar medebestuursleden) verantwoordelijk voor het beleid van en de gehele gang van zaken binnen de Stichting (vgl. artikel 2:9 lid 2 BW), daaronder vallen ook de financiële zaken. De verklaring van de voorzitter van de stichting ter zitting dat de penningmeester in haar eentje betalingen deed via het internet (met haar pinpas) ontslaat haar – zeker als voorzitter – niet van haar verantwoordelijkheid, integendeel, deze gang van zaken is in strijd met de statuten. Ook als de voorzitter van de stichting niets van geldstromen richting Hamas heeft gemerkt, heeft zij in ieder geval te weinig ‘checks en balances’ ingebouwd om dit te voorkomen. Het argument dat een onafhankelijk accountant de jaarrekeningen van de stichting had goedgekeurd, veegde de voorzieningenrechter van tafel. ‘Dat is niet gebleken.’
Dat de voorzitter van de stichting haar privérekeningen niet voor activiteiten van de Stichting heeft gebruikt doet aan dit alles niet af. Onder de hiervoor genoemde omstandigheden kan van Rabobank kan niet worden gevergd dat zij de bankrelatie met de voorzitter van de stichting voortzet. Het is begrijpelijk dat Rabobank het vertrouwen in de voorzitter van de stichting heeft verloren. Tot slot is voor de belangenafweging relevant dat de voorzitter van de stichting nog een bankrekening heeft bij een andere bank. Dit betekent dat zij niet verstoken is van deelname aan het financiële verkeer. Daarmee is ook aan de vereiste proportionaliteits- en subsidiariteitstoets is voldaan. Dit alles betekent dat de vordering tot voortzetting van de bankrelatie wordt afgewezen.
Lees hier de uitspraak.