De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel verworpen dat het wettelijk minimumloon per 1 juli 2024 met 1,2 procent extra zou verhogen.
Vorige week was al duidelijk dat BBB tegen het wetsvoorstel verhoging minimumloon 2024 zou stemmen en er geen meerderheid voor het wetsvoorstel in de Eerste Kamer zou zijn.
Na een debat met minister Van Gennip van SZW en staatssecretaris Van Rij van Financiën stemden de fracties van BBB, VVD, CDA, JA21, SGP en FVD tegen het wetsvoorstel en stemden de fracties van GroenLinks-PvdA, D66, PVV, SP, PvdD, ChristenUnie, Volt, 50PLUS en OPNL voor het wetsvoorstel.
Met het wetsvoorstel zou het wettelijk minimumloon per 1 juli 2024, aanvullend op de reguliere halfjaarlijkse verhoging, worden verhoogd met 1,2 procent. Deze verhoging vloeit voort uit het in de Tweede Kamer aangenomen amendement Van der Lee c.s. over middelen voor een verhoging van het minimumloon en van de kinderopvangtoeslag. Het hogere minimumloon zou ook doorwerken in uitkeringen zoals de bijstand, AOW en UWV-uitkeringen.
De extra verhoging met 1,2 procent per 1 juli 2024 gaat nu niet door. De reguliere indexering van het minimumloon gaat wel door.
Minimumloon per 1 juli 2024
Het minimumloon wordt met ingang van 1 juli 2024 regulier geïndexeerd, oftewel aangepast aan de groei van de cao-lonen. Het minimumloon stijgt met 3,09 procent. Dit betekent een minimumloon per 1 juli 2024 van 13,68 euro per uur bruto. Dit werkt dan ook door in de uitkeringen waaronder de AOW.
Geen belastingverhogingen
Een motie van senator Heijnen (BBB) om, als het wetsvoorstel verhoging Wet minimumloon zou worden verworpen, de belastingverhogingen die bedoeld waren om het wetsvoorstel te dekken, ook terug te draaien dan wel niet in te voeren is aanvaard.
Werken moet lonen
Tijdens het debat bleek al dat de Eerste Kamer sterk verdeeld was over het wetsvoorstel. Voorstanders van de verhoging van het minimumloon bepleitten dat veel mensen en huishoudens in Nederland in armoede leven, ondanks dat zij werk hebben. Zij waren van mening dat werken echt moet lonen. Verhoging van het minimumloon betekent voor die mensen een grotere koopkracht die ook goed is voor de economie, aldus de voorstanders.
Koppeling tussen minimumloon en AOW
Tegenstanders van de verhoging van het minimumloon vreesden voor hogere kosten voor het bedrijfsleven, noemden het wetsvoorstel niet-proportioneel en niet-doelmatig. Met het laatste wezen de tegenstanders op de koppeling die er tussen het minimumloon en de AOW bestaat. Als het minimumloon wordt verhoogd, gaat ook de AOW omhoog, ook die van mensen die met een aanvullend pensioen niet tot de minima horen.
Twee moties
Er zijn twee moties ingediend.
- De motie-Heijnen c.s. verzoekt de regering om, indien het wetsvoorstel verhoging Wet minimumloon wordt verworpen, de belastingverhogingen die bedoeld waren om het wetsvoorstel te dekken, ook terug te draaien dan wel niet in te voeren. Staatssecretaris Van Rij ontraadde de motie, behalve als het tot maximaal € 820 miljoen gaat, het geld dat bedoeld was om de verhoging van het minimumloon te dekken. Heijnen stemde met die interpretatie in. Daarop gaf de staatssecretaris het advies ‘oordeel Kamer’. Deze motie is aangenomen.
- De motie-Vos c.s. overweegt dat door het amendement Van der Lee geld is vrijgemaakt voor verbetering van de koopkracht van sociale minima en verzoekt de regering voor Prinsjesdag 2024 een voorstel in te dienen om dit geld te gebruiken voor de verbetering van de koopkracht van sociale minima. Vos vroeg hoofdelijke stemming aan over de motie. Minister Van Gennip ontraadde de motie. Na de stemming over het wetsvoorstel besloot Vos de motie in te trekken.
440.000 banen
Minister Van Gennip gaf aan dat er 440.000 banen zijn waar mensen het minimumloon verdienen. 66% van hen is jong en werkt vaak parttime, 28% zijn kostwinners of alleenverdieners. 82% van hen heeft de Nederlandse nationaliteit. Uiteindelijk wil je dat werken loont en dat je van je salaris kunt rondkomen, zei Van Gennip. Zij is daarom ook voorstander van aanpassingen in het toeslagenstelsel. Het kabinet heeft de eerste stappen gezet, maar er is meer nodig.
Bestaanszekerheid is meer dan inkomen
We moeten af van de concurrentie op arbeid. Je zult keuzes moeten maken wat voor economie je wilt zijn, aldus Van Gennip. Je kunt de bestaanszekerheid vergroten door het inkomen te verhogen. Maar bestaanszekerheid is meer dan alleen inkomen. De Tweede Kamer heeft het demissionaire kabinet gevraagd verder te gaan dan het al heeft gedaan met de Miljoenennota op Prinsjesdag 2023.
De minister zei dat het minimumloon wel regulier wordt geïndexeerd, op basis van de cao-lonen. Dat gebeurt elk half jaar, per 1 juli met ruim 3%. De indexering is sinds 2005 ononderbroken toegepast.
Geen aanvullende maatregelen in 2024
Nu het wetsvoorstel is verworpen, zal het demissionaire kabinet voor 2024 geen aanvullende maatregelen treffen. In augustus wordt door het demissionaire of volgende kabinet wel gekeken naar het koopkrachtmodel. Dan wordt besloten of er voor 2025 wel aanvullende maatregelen nodig zijn.
Het wetsvoorstel gaat over een verhoging van het minimumloon mét koppeling aan de AOW en andere uitkeringen. Wat een volgend kabinet gaat doen, weet Van Gennip niet. Ze raadde in ieder geval alle huidige werknemers aan om goed na te denken over hun pensioen.
Alternatieve dekkingsopties
Staatssecretaris Van Rij van Financiën ging met name in op de vragen over de dekking. Hij heeft tijdens de behandeling van het Belastingplan voor 2024 een toezegging aan de Eerste Kamer gedaan om met alternatieve dekking te komen, onder meer voor het amendement Van der Lee. Van Rij heeft 5 april een brief gestuurd met de alternatieven voor dit en nog vier andere amendementen. In de Tweede Kamer heeft het kabinet dit amendement ontraden.