
De voorgenomen btw-verhoging gaat het primair en voortgezet onderwijs volgens de eerste voorzichtige schattingen jaarlijks 60 miljoen euro meer kosten, schrijven de koepels VO-raad, PO-Raad en AVS, samen met AOb, CNV Onderwijs, studentencomité LAKS en Ouders & Onderwijs aan de Tweede Kamer. Die gaat maandag debatteren over de hogere btw op alle zaken die met cultuur te maken hebben. De onderwijsorganisaties willen een btw-uitzonderingspositie voor fysieke en digitale leermiddelen.
Keuzevrijheid verder onder druk
De koepels schatten dat het primair onderwijs jaarlijks circa 225 miljoen euro besteedt
aan leermiddelen, een schatting in het voortgezet onderwijs over 2023 komt neer op een bedrag van
322 miljoen euro. ‘De verhoging van het belastingtarief zorgt voor een kostenstijging van 60 miljoen euro. Zowel fysieke als digitale leermiddelen zullen duurder worden door de voorgenomen btw-maatregel. Als gevolg van de kostenstijging verwachten de organisaties dat de leermiddelenmarkt verder onder druk komt te staan. De prijzen van leermiddelen zijn de afgelopen jaren gestegen en de keuzevrijheid van docenten en scholen vermindert. Een btw-verhoging versterkt deze ontwikkelingen. De stijgende prijzen dwingen scholen ongewenste keuzes te maken met mogelijk een negatief effect op de onderwijskwaliteit.’