De wet beoogt te verduidelijken wanneer iemand als zzp’er aan de slag kan en wanneer niet. Hiermee moet er na 8 jaar ‘gedogen’ een einde komen aan schijnzelfstandigheid. Hiervan is sprake als iemand als zzp’er werkt maar feitelijk in een verkapt dienstverband werken. Per 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst weer handhaven.
‘Half miljoen’
Nederland telt inmiddels zo’n 1,26 miljoen zzp’ers, veel meer dan in ons omringende landen. Dat zei hoogleraar arbeidsrecht Evert Verhulp, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, onlangs in het Financieele Dagblad. Hun aantal groeit nog steeds, vooral in de zorg. Hoeveel schijnzelfstandigen er tussen zitten, is moeilijk na te gaan. De schattingen lopen uiteen van 200.000 tot een kleine half miljoen. Verhulp zou het niet verbazen als zelfs de helft van alle zzp’ers schijnzelfstandige blijken te zijn.
‘Maximaal 17 procent’
Deze opmerking is in het verkeerde keelgat geschoten van zzp-organisaties. Zo rekent Marion van Happen, ceo van HeadFirst Group, voor hoeveel schijnzelfstandigen er zijn. ‘Van de ongeveer 1,2 miljoen zzp’ers op de arbeidsmarkt vallen ruim 270.000 af als schijnzelfstandige, aangezien ze producten verkopen. Ook ongeveer 329.000 zzp’ers die hun arbeid aan particulieren aanbieden, vallen niet onder deze categorie. Bij zzp’ers die voor organisaties werken, zien we een groeiende groep met veel opdrachtgevers per jaar en kortlopende opdrachten. Dan blijven er ongeveer 210.000 over, wat neerkomt op ongeveer 17,35 procent van het totaal. Ook in deze groep is niet iedereen een schijnzelfstandige.’
Ondernemerscriteria
Marion van Happen: ‘Hoewel er vrije vogels en vogelvrijen tussen zitten, helpt het niet om te stellen dat de helft een schijnzelfstandige is. Het rechtsvermoeden van werknemerschap is een uitstekend voorstel om kwetsbare werkenden een betere positie te geven. Dit voorstel moet snel behandeld worden in de Tweede en Eerste Kamer, zodat het tijdig kan worden ingevoerd. Er is breed draagvlak in zowel de polder als het werkveld. Het is cruciaal om samen om de tafel te gaan en duidelijke ondernemerscriteria te formuleren, zodat zzp’ers en opdrachtgevers de duidelijkheid en erkenning krijgen die zij verdienen.’