Het Haagse hof heeft dat dinsdag beslist, nadat de zaak door de Hoge Raad naar het hof was verwezen.
Vermoeden van witwassen
Het Nederlandse Openbaar Ministerie had beslag laten leggen op het geld van drie Surinaamse handelsbanken en de Centrale Bank van Suriname (CBvS), omdat vermoed werd dat de betrokken banken en vijf wisselkantoren zich aan witwaspraktijken schuldig maken. De FIOD nam het geld in beslag op Schiphol, terwijl het onderweg was van Suriname naar Hongkong. Sindsdien woedt er een juridische strijd om de miljoenen.
Hoge Raad
De rechtbank Noord-Holland en het gerechtshof Amsterdam honoreerden aanvankelijk het beklag van de banken tegen de inbeslagname. Het Openbaar Ministerie stelde tegen die beslissingen beroep in cassatie in bij de Hoge Raad. De Hoge Raad oordeelde in beide gevallen dat de beslissingen niet in stand konden blijven. In 2023 verwees de Hoge Raad de zaak naar het gerechtshof Den Haag, om nogmaals over de zaak te beslissen.
Geen immuniteit Centrale Bank van Suriname
In het klaagschrift bij het hof voerden de CBvS en de banken aan dat de inbeslagname van het geld in strijd zou zijn met internationaal gewoonterecht. De CBvS, staatsorgaan van Suriname en de verzender van het geld, komt volgens hen immuniteit van strafvorderlijk beslag toe. Het Haagse hof oordeelt echter dat de centrale bank geen aanspraak kan maken op immuniteit, omdat het in beslag genomen geld niet haar eigendom (“property”) is, maar dat van de drie handelsbanken. De rol van CBvS bij de geldzending is alleen faciliterend geweest.
Verbeurdverklaring
De CBvS en de banken hebben verder om teruggave van het geld gevraagd, omdat het volgens hen hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter het geld later verbeurd zal verklaren. Het geld ligt nog onder beslag, omdat het OM heeft aangegeven dat het de strafrechter later om verbeurdverklaring wil vragen in een inhoudelijke strafzaak. De CBvS en de banken wezen er op dat het OM in Nederland nog steeds geen strafzaak aanhangig heeft gemaakt, terwijl het beslag inmiddels ruim zes jaar geleden gelegd is.
Vervolging in verband met witwassen
Het hof stelt voorop dat de toets in een beklagprocedure zoals deze, waarbij het onderzoek nog loopt, enkel een summier karakter kan hebben. Hierbij moet worden gekeken naar de informatie die op dit moment beschikbaar is. Er kan niet te veel vooruitgelopen worden op de beslissingen die later worden genomen in de strafzaak.
Op de zitting van het Haagse hof heeft het OM medegedeeld dat inmiddels is besloten de handelsbanken te vervolgen op verdenking van witwassen. De volgende stap is gezet, nu de vertegenwoordigers van de handelsbanken uitgenodigd zijn voor verhoor. Ook heeft het OM het voorlopige einddossier van het witwasonderzoek ter beschikking gesteld. Bij die stand van zaken komt het hof niet tot het oordeel dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter het geld later verbeurd zal verklaren.
Het gerechtshof acht het in stand blijven van het beslag op het geld ook niet in strijd met de proportionaliteit of subsidiariteit. De conclusie is daarom dat het beklag ongegrond wordt verklaard.