
Eerder schreef ik in deze uitgave al over de eerste rechtszaken over invaren (Rb. Den Haag 13 februari 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:1687). Op 23 juli 2024 oordeelde de kantonrechter dat een procedure van een ambtenaar tegen het invaren van zijn pensioen door ABP prematuur was. Hij protesteerde vergeefs tegen een invaarbesluit dat nog niet genomen was (Rb. Den Haag 23 juli 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:13255).
Protesteren tegen invaren
De inkt van de Wet toekomst pensioenen (Wtp) was nog niet droog of de procedures tegen invaren waren al aangekondigd. De Raad voor de Rechtspraak verwachtte al een kleine tsunami aan zaken. Honderden protestbrieven lagen bij verschillende pensioenuitvoerders. Dat was ruim vóórdat de wet in werking was getreden. Kortom: het was wachten op invaarklachten en procedures daarover. Ook de rechtszaken tegen invaren beginnen al voordat er invaarbesluiten genomen zijn. Blijkbaar is de weerstand groot.
In deze zaak stelde Frans Nijhof, een voormalig ambtenaar van het ministerie van Justitie, dat de Staat het opgebouwde pensioen van zijn uitkeringsovereenkomst niet mocht omzetten naar een premieovereenkomst. Dat was onrechtmatig en in strijd met zijn eigendomsrecht, vond hij. Hij was bezorgd dat het invaren zou leiden tot een waardevermindering van zijn pensioen en zag de wijziging als een aantasting van zijn eigendomsrecht met terugwerkende kracht. Zijn nominale pensioenuitkering wordt een variabele uitkering van een onzekere hoogte.
Teveel is nog onduidelijk
De kantonrechter maakte korte metten met de zaak. Hij beschrijft dat er nog allemaal stappen gezet moeten worden, van rechtsgeldige wijziging van de pensioenovereenkomst tot een transitieplan en een invaarbesluit, inclusief procedurele en inhoudelijke waarborgen, waaronder toetsing door De Nederlandsche Bank (DNB). De wijziging van het pensioen van de ex-ambtenaar heeft nog niet plaatsgevonden. Daarom is onduidelijk of pensioengerechtigden erop vooruit of achteruit gaan. Zelfs of er wordt ingevaren is nog niet beslist.
De kantonrechter overweegt: ‘De centrale stelling van [eiser] dat het invaren van zijn pensioen hoe dan ook leidt tot een aantasting van zijn eigendomsrecht kan immers nog niet aangenomen worden, hetgeen ertoe leidt dat de kantonrechter niet anders kan dan de vorderingen van [eiser] in dit stadium van het transitieproces af te wijzen.’ Bovendien protesteerde de voormalig ambtenaar tegen de Staat, zonder duidelijk te maken of hij de Staat daarbij als ex-werkgever of als wetgever wilde aanspreken. Interessant is ook de overweging van de kantonrechter dat aan het invaren een rechtsgeldige wijziging van de pensioenovereenkomst moet voorafgaan.
Noemenswaardig is eveneens de overweging dat in bepaalde gevallen terugwerkende kracht aan een wijziging kan toekomen. Onzeker is of Nijhof in hoger beroep gaat. Zeker is wel dat dit pas het begin is van de invaargeschillen. Wordt ongetwijfeld vervolgd. De meeste invaarbesluiten staan gepland voor 2026 en 2027. Dan gaat het waarschijnlijk druk worden bij de klachtenloketten van pensioenuitvoerders en de rechterlijke macht.
Conclusie
Protesteren tegen het invaren van opgebouwd pensioen heeft pas zin als het besluit genomen wordt. Deze procedure was daarom prematuur. Als de eerste invaarbesluiten worden genomen, volgen ongetwijfeld nieuwe klachten en rechtszaken. This is not the end, it is not even the end of the beginning.
Prof. mr. drs. Mark Heemskerk EPP CFP ®, hoogleraar pensioenrecht Radboud Universiteit Nijmegen, advocaat-partner bij held advocaten en raadsheer-plaatsvervanger in het hof Den Bosch.
Deze bijdrage is eerder gepubliceerd op Pensioen Vanmorgen. Met Pensioen Vanmorgen onderbouw je jouw pensioenkennis. Je volgt relevante ontwikkelingen en krijgt nieuwe inzichten door zowel korte als beschouwelijke artikelen. Abonneer je op Pensioen Vanmorgen en ontvang alle ins en outs over pensioenen voor een goed onderbouwd pensioenadvies.