Het capaciteitstekort is onder andere ontstaan door de samenloop van extra werkzaamheden na de coronacrisis, de energiecrisis en werkzaamheden voor hersteloperaties. Om het tekort tegen te gaan worden er 300 fte extra ingezet voor de invordering, worden marktpartijen ingezet waar dat kan en worden 11.500 bezwaren zonder inhoudelijke beoordeling toegekend.
Door het nemen van deze maatregelen kan de Belastingdienst de balans herstellen tussen het aantal bezwaren en de groep beschikbare medewerkers om dit werk te doen, schrijft de staatssecretaris. Zo kreeg – door de unieke samenloop van een aantal grote maatschappelijke gebeurtenissen zoals de coronacrisis – niet elke burger of ondernemer binnen de juiste termijn een reactie op een bezwaarschrift. De genomen maatregelen herstellen dit proces. Tijdens deze achterstand zijn geprioriteerde werkzaamheden steeds onverminderd uitgevoerd, bijvoorbeeld werkzaamheden voor de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT).
Meer mensen
De dienst zet maximaal in op het aantrekken van medewerkers in het inningsproces. Sinds 2023 is het aantal medewerkers met 300 fte toegenomen, zij kunnen na een interne opleiding aan de slag. Vanaf 1 juli 2024 zijn daardoor al 140 fte extra ingezet in het inningsproces. Daarnaast worden ook medewerkers van marktpartijen ingezet waar dat kan met afgebakende opdrachten. Dit gebeurt primair op de werkzaamheden binnen de afhandeling van de coronabetalingsregeling. De ingehuurde medewerkers staan onder leiding van medewerkers van de Belastingdienst. De effectiviteit van de samenwerking wordt geëvalueerd.
Tegelijkertijd blijft er sprake van een te krappe arbeidsmarkt. Ook in de toekomst kost het tijd om medewerkers op te leiden voor (specialistische) inningswerkzaamheden en blijft er een door- en uitstroom van medewerkers bij de Belastingdienst die zal moeten worden opgevangen.
Eenmalige acties
Om voor een goede herstart van het inningsproces te zorgen kondigt de Belastingdienst twee eenmalige maatregelen aan. De werkvoorraad met bezwaren tegen de invorderingskosten wordt teruggebracht door een groep bezwaren eenmalig te honoreren, zonder een inhoudelijke beoordeling. Het gaat hierbij om circa 11.500 bezwaarschriften waarvan circa 1.500 betrekking hebben op Toeslagen. Dit betekent dat invorderingskosten in deze gevallen worden teruggedraaid en eventuele proceskosten worden vergoed. Hiermee is een bedrag van € 3 tot 11 miljoen gemoeid. De oorspronkelijke vordering blijft bestaan en wordt geïnd.
Daarnaast wordt een tweede maatregel genomen rondom het verminderen van invorderingskosten en invorderingsrente. Beide zijn gerelateerd aan de hoogte van de te betalen aanslag. Als invorderingskosten en -rente in rekening zijn gebracht en in een latere fase wordt alsnog de hoogte van de aanslag verlaagd, dan dient de Belastingdienst deze in rekening gebrachte kosten evenredig aan te passen. Bij complexe gevallen is dit een arbeidsintensief proces. Om dit proces te versnellen wordt tijdelijk bij aanpassingen tot € 100 niet het juiste bedrag berekend, maar wordt het totale bedrag verrekend of terugbetaald.
Met deze incidentele maatregelen weten betrokken burgers en ondernemers op korte termijn de uitkomst van hun bezwaarschrift en voorkomt de Belastingdienst ingebrekestellingen vanwege niet-tijdig beslissen.
Voortgangsbrief moties en toezeggingen Belastingdienst oktober 2024