In combinatie met enkele andere bevindingen van EBBEN zag de OK daarin gegronde redenen op om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van de vennootschap, die een onderzoek rechtvaardigen. Daarom werd een nieuwe bestuurder aangesteld en nader onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken, blijkt uit het onlangs gepubliceerde vonnis.
Nieuw administratiesysteem
In de vennootschap zetten twee broers, gesteund door hun zonen, het ruim zestig jaar geleden door hun vader opgezette familiebedrijf voort. De onderneming is actief in grondverzet en tuinaanleg in de omgeving van Wassenaar. In 2019 heeft de vennootschap een nieuw administratiesysteem geïmplementeerd. Na de implementatie van dit nieuwe systeem is gebleken dat er sprake is van achterstanden in de verzending van facturen.
Tussen de broers en hun zonen is er vervolgens onenigheid ontstaan over onder meer het (juiste en volledige) inzicht in de administratie, het opmaken van facturen, de vraag of facturen al dan niet waren voldaan en de contante geldstromen. De introductie van het nieuwe systeem vormde het startpunt van de verwijten over en weer. Mediation mislukte, en daarna werd door de vennootschap opdracht gegeven aan EBBEN Partners om een forensisch onderzoek uit te voeren naar de (verantwoording van) kosten en opbrengsten van projecten van de vennootschap. Het definitieve rapport van EBBEN werd begin dit jaar aan de broers gestuurd
Ondernemingskamer
Het geschil belandt uiteindelijk bij de OK. Een van de twee broers en zijn holding betogen daar dat de Ondernemingskamer het rapport van EBBEN geheel buiten beschouwing dient te laten. Volgens hen is het rapport eenzijdig (gericht tegen de broer en zijn zoon) tot stand gekomen en heeft EBBEN de regels van hoor en wederhoor geschonden.
Maar de OK gaat daar niet in mee. Ook als de bezwaren tegen het rapport van EBBEN in aanmerking worden genomen, geldt volgens de OK namelijk dat het rapport een aantal belangrijke bevindingen bevat die onvoldoende zijn weersproken en gronden opleveren om aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van de vennootschap te twijfelen. Daarbij gaat het de OK om het volgende: “Ebben heeft een aantal projecten (van met name particuliere klanten) nader geanalyseerd. In het rapport van Ebben is gemotiveerd uiteengezet dat er projecten zijn waarvoor de in de administratie geboekte kosten niet (kenbaar) volledig bij de klant in rekening zijn gebracht en om onduidelijke redenen (deels) onbetaald zijn gebleven. De administratie van de nader onderzochte projecten geeft geen helder inzicht in de resultaten van de projecten. Facturen worden soms niet of veel te laat verstuurd, hetgeen leidt tot discussies met klanten; de discrepantie tussen de op een project geboekte kosten en de kenbare opbrengsten is soms aanzienlijk. Zo heeft Ebben in de nader onderzochte projecten (administratieve) verliezen geconstateerd variërend van € 54.169 tot € 155.011. [C] c.s. hebben op hun beurt aangevoerd dat projecten van [C] ten onrechte niet worden afgesloten door [F] , dat er op projecten van [C] kosten zijn geboekt die daar niet thuishoren en dat door [D] afgeboekte verliezen niet nader zijn onderzocht. Dit alles neemt evenwel niet weg dat er gezien het rapport van Ebben voldoende aanwijzingen zijn dat de door de Vennootschap gevoerde (project)administratie gebrekkig en onvolledig is en dat de rechten en verplichtingen van de Vennootschap daaruit onvoldoende kunnen worden gekend.”
Contante betalingen
De OK ziet mede daarin gegronde redenen om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken. Aan dat oordeel draagt verder ook bij dat uit het rapport van EBBEN blijkt dat er sprake is van contante ontvangsten waarvan geen volledige en controleerbare administratie is bijgehouden: “Er is een registratie van contante ontvangsten aangetroffen maar deze valt niet te herleiden tot de financiële administratie, aldus het rapport van Ebben. Niet duidelijk is of contante ontvangsten steeds volledig bij de Vennootschap terechtkomen. Met de contante opbrengsten die wel door de Vennootschap zijn ontvangen zijn onder meer overuren aan personeelsleden uitbetaald (overzichten van contante inkomsten en uitgaven zijn door [C] c.s. overgelegd als productie 38 en 39). Contante inkomsten van de verkoop van haardhout worden nog steeds in het geheel niet geadministreerd. Ten gevolge van deze niet op een juiste wijze verantwoorde contante inkomsten en uitgaven bevatten de in het verleden gedane fiscale aangiften onjuistheden. Er is een aanvang gemaakt met een fiscaal inkeertraject, maar uit het verhandelde ter zitting is niet gebleken dat dit traject is afgerond en dat alle aangiftes inmiddels wel juist en volledig zijn gedaan. Vooralsnog geldt daarom dat de problemen rond de contante ontvangsten niet zijn opgelost.”
Tot slot speelt ook een rol dat de verhoudingen tussen de broers ernstig en structureel zijn verstoord. Dat alles tezamen brengt de OK tot ingrijpen door middel van nader onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van enkele vennootschappen, en de benoeming van een bestuurder.