Voor de korte termijn (tot en met 2030) lijkt wat de staatssecretaris betreft inzet gericht op een versnelde toename in het aandeel elektrische rijders het meest urgent, met het oog op de klimaat-, energie- en stikstofopgave. Het aandeel elektrische auto’s op de weg is nog relatief beperkt, waardoor de financiële- en bereikbaarheidsopgave ook nog beperkt zijn. Hierbij valt te overwegen om de klimaatprikkel sterker neer te leggen bij het aanschafmoment in plaats van bij het brandstofverbruik, want dit biedt de automobilist het meeste handelingsperspectief.
Voor de middellange termijn (2030-2035), wanneer de markt voor elektrische auto’s volwassener is, kan het accent verschuiven naar een eerlijke verdeling van lasten tussen de fossiele en elektrische rijder en blijft gerichtere sturing op de tweedehands markt van belang. Elektrisch rijden zal dan al meer gangbaar en betaalbaar zijn, met name in de bovengemiddelde prijsklassen (vergeleken met een vergelijkbare fossiele auto).
Vanaf 2035 geldt daarnaast dat alle nieuwe auto’s verplicht 100% emissievrij zijn. Door de verwachte toename van het aandeel elektrische auto’s gaat de grondslagerosie van de overheidsfinanciën steeds sneller en neemt de filedruk toe.
Elektrisch rijden
Elektrische auto’s zullen stapsgewijs evenredig moeten meebetalen aan de belastinginkomsten. Hierbij is het van belang dat elektrisch rijden, inclusief tweedehands, mede door verwachte prijsontwikkelingen aantrekkelijk blijft en de overstap naar een elektrische auto, ook na 2030, financieel blijft lonen. Dit kan bijvoorbeeld door in de verdere uitwerking van het beleid als leidraad aan te houden dat de komende 10 jaar de totale autokosten van elektrische auto’s minimaal 5% lager moeten liggen dan die van fossiele auto’s. Ook voor automobilisten die zijn aangewezen op publiek laden en met een lager jaarkilometrage dan gemiddeld. Via bijvoorbeeld een hand-aan-de-kraansystematiek kan dit worden gemonitord, zodat tijdig kan worden bijgestuurd.
De derde en laatste hervormingsfase is gericht op de lange termijn (na 2035), wanneer de elektrische auto naar verwachting gangbaar is. Voor de transitie in de tweedehands markt is het van belang dat de overstap naar een emissievrije auto blijft lonen. In de precieze vormgeving van de toekomstige autobelastingen en verdeling tussen het belasten van aanschaf, bezit en gebruik, kunnen verschillende keuzes worden gemaakt. De keuzes die hierin gemaakt worden hebben daarbij effect op bijvoorbeeld congestie, betaalbaarheid, en de bijdrage die emissievrije auto’s leveren aan de overheidsinkomsten.
Pseudo-eindheffing
Dit voorjaar heeft het kabinet extra maatregelen aangekondigd om het klimaatdoel in de mobiliteitssector binnen bereik te brengen, waaronder de normering van het zakelijk wagenpark via de loonbelasting (pseudo-eindheffing). Het kabinet werkt deze maatregel verder uit ten behoeve van het Belastingplan 2026 en voert hierover ook gesprekken met sectorpartijen. Met de stap die kabinet in het voorjaar heeft gezet is het werk echter nog niet klaar.
Bij het vormgeven van het vernieuwde stelsel is het volgens Van Oostenbruggen belangrijk aan te sturen op:
- rechtvaardig en voorspelbaar beleid. Dit geeft duidelijkheid aan burgers en bedrijven en voorkomt dat de transitie naar een elektrisch wagenpark stagneert.
- eenvoudig, uitvoerbaar en begrijpelijk stelsel. De autobelastingen kennen nu veel bijzondere regelingen (tariefkortingen, toeslagen, vrijstellingen en teruggaven) die het stelsel complex maken. De hervorming van de autobelastingen kan worden aangegrepen om de complexiteit en uitvoerbaarheid van het stelsel te verbeteren.
Denkrichtingen
Er zijn drie denkrichtingen:
- Denkrichting 1: hervorming mrb via grondslagwijziging van gewicht naar voertuigoppervlakte.
- Denkrichting 2: omvorming bpm naar tenaamstellingsbelasting
- Denkrichting 3 – belasten van gebruik
Een mogelijkheid om het gebruik van een (elektrische) auto in de toekomst te belasten is de introductie van een kilometerbelasting. Een vlak kilometertarief is het snelst, het goedkoopst en met de beste waarborgen voor de privacy in te voeren, omdat – met enkele aanvullende waarborgen kan worden aangesloten op de tellerstandregistratie van de RDW.
Noodzakelijke stappen zetten
Vanwege de demissionaire status is concrete besluitvorming over de middellange en lange termijn hervorming van de autobelastingen aan een volgend kabinet. Tot dat moment zal het kabinet alle noodzakelijke stappen zetten om de te maken keuzes zoveel mogelijk voor te bereiden, zodat een volgend kabinet voortvarend aan de slag kan gaan.
Concreet worden in dit kader de komende maanden de drie denkrichtingen, alsook het principe dat een overstap op emissievrij rijden moet blijven lonen verder uitgewerkt. Ook zal bij augustusbesluitvorming de precieze vormgeving van de pseudo-eindheffing worden vastgesteld en worden bekeken of en zo ja welk flankerend beleid voor de zakelijke markt nodig en proportioneel is.
De auto rijdt door – contourenbrief hervorming autobelastingen
