Een intracommunautaire verwerving wordt niet in de heffing van omzetbelasting betrokken indien het gaat om de levering van goederen die gemonteerd of geïnstalleerd worden en indien het betreft de levering van goederen door een kleine ondernemer die valt onder de vrijstelling van art. 24 van de Zesde Richtlijn (art. 1a, eerste lid, van de wet). […]
Wanneer een ondernemer, die een dienst verricht, niet in Nederland woont of is gevestigd en daar ook geen vaste inrichting heeft en zijn klant heeft een Nederlands BTW-identificatienummer dan wordt de omzetbelasting geheven van zijn klant. Er is in die gevallen sprake van een verlegging van de heffing van de leverancier naar de afnemer.
In de kantine van een sportvereniging is het vaak lastig precies te bepalen welk deel van de omzet met 9% en welk deel met 21% belast is.
