Aanleiding
De aanleiding van deze voorgestelde wijzigingswet is een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU). Hierin werd namelijk een onderdeel van AMLD4 (Anti-Money Laundering Directive 4) ongeldig verklaard. Aangezien het UBO-register zijn grondslag vindt in de AMLD4, heeft dit arrest direct effect op de nationale wetgeving.
Het HvJ EU heeft, op 22 november 2022, geoordeeld dat de publieke toegang tot het UBO-register een inbreuk doet op het Europese recht. Het ‘recht op privé’ wordt door de algehele toegang van dit register namelijk geschonden. In beginsel is zo’n inbreuk gelegitimeerd, wanneer het noodzakelijk en evenredig is, om het doel van een dusdanige regeling te behalen.
In dat kader heeft het HvJ EU echter geoordeeld dat deze schending niet te legitimeren is, aangezien de inbreuk niet noodzakelijk en evenredig is, om het nagestreefde doel (het tegengaan van witwassen en bekostigen van terrorisme) te behalen. In het vervolg zal er daarom moeten worden aangetoond dat er een zogenoemd ‘legitiem belang’ is voor personen of organisaties die toegang willen tot het UBO-register. Daarnaast blijven partijen, met een rustende verplichting, waarbij het noodzakelijk is dat zij toegang hebben tot dit register, eveneens toegang hebben tot dit register.
Als vervolg hierop is de toegang tot het Nederlandse UBO-register voor iedereen afgesloten.
Wijzigingswet om toegang UBO-register te herstellen
Door middel van de voorgestelde wijzigingswet zal de toegang tot het UBO-register weer deels worden toegestaan. Slechts een aantal specifieke partijen krijgen toegang tot dit register:
- (i) de bevoegde autoriteiten, (ii) FIUs, (iii) partijen die toegang krijgen in het belang van de naleving van sancties en het toezicht en de handhaving daarop en (iv) bestuursorganen en rechtspersonen met een overheidstaak waarvoor het in verband met een wettelijke of Europeesrechtelijke verplichting of bevoegdheid noodzakelijk is om UBO’s te achterhalen;
- de meldingsplichtige entiteiten in het kader van het cliëntenonderzoek dat zij op grond van de anti-witwasrichtlijn moeten verrichten (zoals notarissen, advocaten, accountants, belastingadviseurs, banken en bijv. andere financiële instellingen);
- partijen die staan ingeschreven in de UBO-registers, voor zover het hun eigen gegevens betreft; en
- elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een legitiem belang kan aantonen.
Ten aanzien van deze opsomming is het met name interessant wanneer een natuurlijke persoon of rechtspersoon een legitiem belang kunnen aantonen. Het wetsvoorstel voorziet daar niet in, maar dit wordt uitgewerkt in een maatregel van bestuur die nog door de minister zal worden opgesteld. Wij zijn benieuwd naar dit document.
In de wijzigingswet is ook opgenomen dat de zogenoemde ‘terugmeldplicht’ wordt aangepast. Dit houdt in dat, indien er informatie wordt gevonden die afwijkt van hetgeen op dat moment in het UBO-register staat, deze informatie vervolgens dient te worden opgenomen in het register. Deze informatie, zo bewerkstelligt de wijzigingswet, dient naderhand ook toegankelijk te zijn voor partijen die zien op de naleving van deze informatieverplichting, evenals voor lichamen met overheidstaken, waarbij het noodzakelijk is dat zij het UBO-register, voor de uitvoering van hun taken, kunnen raadplegen. De grondslag daarvoor is dat hiermee, zo stelt de wijzigingswet, het UBO-register zo actueel mogelijk wordt gemaakt.
Slot
Aangezien het hier gaat om een Europeesrechtelijke verplichting, hebben wij weinig twijfel dat het wetsvoorstel wordt aangenomen. Wanneer de toegang tot het UBO-register voor de genoemde entiteiten wordt hersteld, moet nog worden bepaald.
Wij houden u graag op de hoogte van de ontwikkelingen omtrent de voorgestelde wijzigingswet. Wilt u weten welke gegevens van zichtbaar worden in het UBO-register en hoe u uw privacy kunt waarborgen? Heeft u vragen naar aanleiding van dit bericht? Neemt u dan gerust contact met ons op.