‘Lenen van en aan de BV’ is een thema dat voortdurend in beweging is. Op dit moment houdt vooral het wetsvoorstel bestrijding excessief lenen bij eigen vennootschap de gemoederen van directeuren-grootaandeelhouders en hun adviseurs bezig. Maar ook op het terrein van de renteaftrek voor de vennootschapsbelasting (komt de vermogensaftrek er?) en de onzakelijke lening hebben zich de nodige belangwekkende ontwikkelingen voorgedaan. Alle reden dus om het thema lenen van en aan de bv beet te pakken. In deze e-learnings worden de fiscale ontwikkelingen van lenen aan en van de bv onder de loep genomen, maar ook zal worden stilgestaan bij de civiel-juridische en accountancy-kant van dit thema alsmede de impact van schulden op de waardering.
Inhoud e-learning:
1) (Excessief) Lenen van de eigen vennootschap, enige aandachtspunten vanuit civiel-juridisch oogpunt | Mr. S.E. de Vries | 1 PE
2) Het wetsvoorstel Excessief lenen bij eigen BV: ‘wie zijn schulden vergroot, verrijkt niet’| Prof. dr. J.P. Boer |1 PE
3) De onzakelijke lening: een heus leerstuk (over uitgestelde aftrek) | Mr. W.F.E.M. Egelie | 1 PE
4) Ontwikkelingen renteaftrek(beperkingen) in de VPB | Dr. A.W. Hofman | 1 PE
5) Lenen van en aan de BV: de verwerking in de jaarrekening | R.C.A. Janssens AA | 1 PE
6) De impact van schuld op de waardering | Drs. C. Denneboom RV RAB | 1 PE
Zie onderstaand voor gedetailleerde informatie voor de onderwerpen van de e-learning.
1) (Excessief) Lenen van de eigen vennootschap, enige aandachtspunten vanuit civiel-juridisch oogpunt | Mr. S.E. de Vries | 1 PE
Bij het lenen van de eigen vennootschap heeft het de voorkeur de overeenkomst notarieel vast te leggen. Voorts moet de vereiste machtiging van de kantonrechter niet vergeten worden wanneer wordt geleend aan een minderjarig (verbonden) persoon en speelt het vraagstuk over het tegenstrijdig belang een rol. Bij de oplossingen voor de heffing die ontstaat als gevolg van het wetsvoorstel moet een aantal civiel-juridische wettelijke bepalingen worden nageleefd, zodat het gewenste fiscale eindresultaat kan worden bereikt.
Leerdoelen
Na het volgen van deze e-learning weet u:
- meer over de civiel-juridische aspecten bij het lenen van de eigen vennootschap;
- welke civiel-juridische aspecten spelen bij de oplossingen voor het probleem als gevolg van het wetsvoorstel Excessief lenen bij de eigen vennootschap.
2) Het wetsvoorstel Excessief lenen bij eigen BV: ‘wie zijn schulden vergroot, verrijkt niet’| Prof. dr. J.P. Boer |1 PE
Deze e-learning gaat in op het wetsvoorstel ‘Excessief lenen bij eigen vennootschap’. Deze bevat een regeling die meebrengt dat schulden boven het maximumbedrag van € 500.000 leiden tot een fictieve winstuitdeling (fictief regulier voordeel) in box 2. De beoogde inwerkingtreding van de regeling is 1 januari 2023.
Leerdoelen
Na het volgen van deze e-learning:
- bent u op de hoogte van de achtergrond en doelstellingen van het wetsvoorstel Excessief lenen bij eigen vennootschap;
- kent u de hoofdlijnen van het wetsvoorstel in nationale verhoudingen;
- heeft u kennis van de problematiek van de excessieflenenmaatregel binnen familieverband, bijvoorbeeld bij overnames.
3) De onzakelijke lening: een heus leerstuk (over uitgestelde aftrek) | Mr. W.F.E.M. Egelie | 1 PE
Deze e-learning gaat in op de onzakelijke lening. Naast de vraag wanneer sprake is van een onzakelijke lening en op welk moment dat moet worden getoetst, worden de gevolgen van een onzakelijke lening, de zogenoemde simultaanregel, bijzondere omstandigheden, bewijslastperikelen en de vraag hoe de rente over een onzakelijke lening moet worden bepaald, behandeld. Ook wordt kort stilgestaan bij de (on)zakelijkheid van een borg- en garantstelling c.a.
Leerdoelen
Na het volgen van deze e-learning:
- weet u wanneer sprake is van een onzakelijke lening en wat de gevolgen daarvan zijn;
- bent u op de hoogte van alle overige aspecten van het leerstuk.
4) Ontwikkelingen renteaftrek(beperkingen) in de VPB | Dr. A.W. Hofman | 1 PE
De regels rondom renteaftrek in de vennootschapsbelasting zijn bijzonder complex. Ook zijn er geregeld wijzigingen door onder meer nieuwe wetgeving, jurisprudentie en Europese richtlijnen. Deze e-learning staat stil bij een aantal belangrijke actuele ontwikkelingen. Achtereenvolgens komen aan de orde: recente jurisprudentie en wetgeving, de implementatie van de Europese antibelastingrichtlijnen en mogelijke toekomstige wijzigingen.
Leerdoelen
Na het volgen van deze e-learning weet u:
- welke ontwikkelingen spelen met betrekking tot de renteaftrekbeperking van art. 10a Wet VPB 1969;
- wanneer de renteaftrekbeperking van art. 15b Wet VPB 1969 van toepassing is;
- op hoofdlijnen wanneer de regels inzake hybride mismatches kunnen leiden tot het weigeren van renteaftrek;
- welke recente ontwikkelingen spelen in de jurisprudentie met betrekking tot renteaftrek;
- welke ontwikkelingen in de toekomst verwacht kunnen worden op het terrein van de renteaftrek.
5) Lenen van en aan de BV: de verwerking in de jaarrekening | R.C.A. Janssens AA | 1 PE
De dga beschikt veelal over een groep van BV’s. Zowel de BV’s als de dga kunnen een geldlening nodig hebben. De BV hoeft een lening niet altijd bij een externe partij af te sluiten. De BV’s kunnen onderling geld (uit)lenen. Maar ook de dga kan van of aan de eigen BV lenen. Op basis van de verslaggevingsaspecten en de kenmerken van de leningen, komen deze leningen op verschillende plaatsen in de jaarrekening terecht (rubricering). BV’s waarderen schulden en vorderingen tegen geamortiseerde kostprijs (waardering). Tot slot verstrekt de BV aanvullende informatie rondom de leningen (toelichtingsvereisten).
Leerdoelen
Na het volgen van deze e-learning weet u:
- waar leningen met een dga en tussen BV’s onderling te rubriceren;
- hoe de leningen te waarderen;
- welke toelichtingsvereisten er gelden bij leningen o/g en u/g.
6) De impact van schuld op de waardering | Drs. C. Denneboom RV RAB | 1 PE
Bij een bedrijfswaardering moet rekening worden gehouden met aanwezige schulden. De klassieke theorie geeft aan dat de wijze waarop een onderneming gefinancierd is, geen invloed heeft op de waarde, behalve de waardetoevoeging door het renteaftrekvoordeel. Vaak wordt er geen aandacht besteed aan de verhoging van het risicoprofiel door het aangaan van schulden en het effect op de waarde. Na het bestuderen van deze e-learning zal blijken dat dit wel van wezenlijke invloed is.
Leerdoelen
Na het volgen van deze e-learning:
- kent u de theoretische samenhang tussen rendement op het eigen vermogen en de mate waarin met vreemd vermogen gefinancierd wordt binnen een onderneming;
- kunt u de waarde berekenen van de tax shield over het vreemd vermogen bij een waardering van een onderneming;
- weet u dat de inbreng van vreemd vermogen ook een waardedrukkend effect kan hebben op de waarde van een onderneming.
- Mr. S.E. de Vries
- Prof. dr. J.P. Boer
- Mr. W.F.E.M. Egelie
- Dr. A.W. Hofman
- R.C.A. Janssens AA
- Drs. C. Denneboom RV RAB
- Accountants
- Advocaat-belastingkundigen
- Advocaten
- Bedrijfsoverdracht adviseurs
- Belastingadviseurs
- Familiebedrijven adviseurs
- Fiscalisten
- (Kandidaat)notarissen
- Register valuators
Het inschrijfgeld bedraagt € 274,50 per persoon (excl. BTW).
PE-punten: 6
NBA/NOB/NirV/NOAB/NEVOA/BOBB/KNB EPN/RB/RAB RFP/VRC