Het verlichten van de belastingdruk over alle lagen van de bevolking, bijvoorbeeld door een vlaktaks in te voeren, zal nauwelijks leiden tot een hogere arbeidsparticipatie. Een basisinkomen zorgt zelfs voor een sterke daling. Dat concludeert econoom Henk-Wim de Boer, die donderdag aan de VU promoveert op het onderwerp belastinghervormingen.
Het belastingstelsel in Nederland is complex, aldus De Boer, mede doordat het fiscaal beleid meerdere doelen heeft: bevordering van de werkgelegenheid en inkomensondersteuning. “Er bestaat een uitruil tussen inkomensgelijkheid en doelmatigheid. Een daling van de inkomensongelijkheid gaat vaak gepaard met een lagere doelmatigheid. Het verhogen van de inkomstenbelasting verlaagt de netto opbrengst van werk ten opzichte van vrije tijd. Dit verstoort de arbeidsaanbodbeslissing van individuen, waarbij ze een afweging maken tussen uren arbeid en vrije tijd. Hierdoor is het totale arbeidsaanbod lager dan het geweest zou zijn zonder deze belasting.”
Simulaties
De Boer is het effect van een aantal keuzemodellen voor arbeidsaanbod nagegaan. Daarbij zijn onder meer structurele stelselwijzigingen gesimuleerd, zoals de introductie van een vlaktaks, het basisinkomen of de overgang van
een individueel belastingstelsel naar een splitsingsstelsel.
Volgens De Boer bestaan er tussen bevolkingsgroepen grote verschillen in de gevoeligheid voor prikkels om het arbeidsaanbod te stimuleren. “Mannen zijn vrij ongevoelig voor financiële prikkels en hebben een lage (gemiddelde) arbeidsaanbodelasticteit. Vrouwen in stellen en alleenstaande ouders reageren wel relatief sterk op een verandering in het nettoloon. Ook mensen met een lagere opleiding en/of niet-Westerse achtergrond hebben een relatief hoge arbeidsaanbodelasticiteit.”
Inkomensafhankelijke korting
Op het gebied van kinderopvang constateert De Boer dat een inkomensafhankelijke heffingskorting voor tweede verdieners (veelal vrouwen) met jonge kinderen het meest effectief is in termen van arbeidsaanbod. “Dit vergroot de financiële prikkel om (meer) te gaan werken voor een groep die hiervoor relatief gevoelig is.” Kinderopvangsubsidies zijn minder effectief. “Een belastingkorting die vooral is gericht op de lagere inkomens, is effectiever in het stimuleren van arbeidsaanbod dan een meer generieke belastingkorting voor alle inkomens. Daarnaast zijn de fiscale prikkels om te werken voor moeders met jonge kinderen bijzonder effectief.”
Stelselwijzigingen
De Boer berekende de effecten van stelselwijzigingen als de overgang naar een vlaktaks, een basisinkomen en het splitsingsstelsel. “De introductie van een vlaktaks zorgt voor een kleine stijging van het arbeidsaanbod, terwijl het basisinkomen en splitsingsstelsel beide resulteren in een sterke daling van de arbeidsparticipatie.”
De lastenverlichting van € 5 miljard uit het Belastingplan 2016 is ook doorgerekend. De hogere arbeidskorting, een hogere inkomensafhankelijke combinatiekorting voor werkende ouders met jonge kinderen en een hogere kinderopvangtoeslag hebben volgens het door De Boer gehanteerde model tot 35.000 nieuwe voltijdsbanen geleid.