Staatssecretaris Wiebes van Financiën wil voor het zomerreces helderheid geven over de opschorting van de wet DBA. Dat heeft hij donderdag de Tweede Kamer laten weten in de Derde rapportage DBA.
De handhaving van de wet DBA is uitgesteld tot in ieder geval 1 januari 2018. Huurt een opdrachtgever een ZZP’er in en constateert de Belastingdienst achteraf dat er sprake is van loondienst? Dan legt de dienst over de periode tot in ieder geval 1 januari 2018 geen naheffingen, boetes en correctieverplichtingen opleggen, behalve bij evidente kwaadwillenden.
Kwaadwillenden
De Belastingdienst heeft tien opdrachtgevers in het vizier die mogelijk onder de noemer kwaadwillend vallen. Voor een aantal van die opdrachtgevers geldt dat zij in de periode dat de VAR nog van toepassing was hun werkzaamheden zodanig hadden ingericht dat er feitelijk sprake was van een dienstbetrekking tussen hen en de opdrachtnemers. Door de vrijwarende werking van de VAR heeft de Belastingdienst in die situaties destijds niet kunnen handhaven, zo schrijft Wiebes. De fiscus voert een feitenonderzoek uit, onder andere om vast te stellen of deze opdrachtgevers hun werkwijze inmiddels hebben aangepast en zo niet of zij voldoen aan de definitie van kwaadwillende. Het betreft zowel opdrachtgevers die aan het werk zijn met enkele opdrachtnemers als opdrachtgevers met een groter aantal opdrachtnemers. Zodra hier stappen zijn gezet informeert Wiebes de Tweede Kamer hierover.
Criteria bepalen loondienst
Het kabinet bekijkt momenteel hoe onder andere de criteria ‘gezagsverhouding’ en ‘verplichting tot persoonlijke arbeid’ concreter of anders ingevuld kunnen worden. Deze criteria zijn belangrijk bij het bepalen of er sprake is van loondienst. Wiebes verwacht dat het rapport op korte termijn aan de informateur en de Tweede Kamer zal worden aangeboden.