Demissionair minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) voelt er niets voor om in de Wet DBA de mogelijkheid te schrappen dat opdrachtgever en opdrachtnemer een fictieve dienstbetrekking contractueel buiten toepassing verklaren. Hij schrijft dat in een brief aan de Eerste Kamer, die daarom had verzocht. Dat zou volgens Asscher tot een onnodige verzwaring van administratieve lasten leiden.
Asscher geeft aan dat opdrachtgevers en opdrachtnemers vooraf aan de Belastingdienst kunnen vragen of er een dienstbetrekking voortvloeit uit een (model)overeenkomst die zij willen aangaan. “Op verzoek van de uitvoeringspraktijk bij de Belastingdienst is met een wijzigingsbesluit geregeld dat de fictieve dienstbetrekkingen voor gelijkgestelden en thuiswerkers niet van toepassing zijn indien de opdrachtnemer en de opdrachtgever daar gezamenlijk voor kiezen in een voor aanvang van de betaling van de beloning gesloten schriftelijke overeenkomst.”
Lastig beoordelen
Daarvoor is gekozen omdat de fiscus aan een modelovereenkomst niet altijd kan zien of de fictieve dienstbetrekkingen voor gelijkgestelden en thuiswerkers van toepassing zouden kunnen zijn. “De bestaande criteria voor deze twee fictieve dienstbetrekkingen zijn namelijk algemeen van aard en zij kunnen zich voordoen in alle sectoren en bij uiteenlopende werkzaamheden. Of aan deze criteria wordt voldaan, was dan niet vooraf vast te stellen of uit te sluiten in een (model)overeenkomst en was dus ook niet op basis daarvan vooraf te controleren door de Belastingdienst. Strikt genomen zou de Belastingdienst in een groot aantal gevallen niet zonder meer aan de hand van (model)overeenkomsten vooraf kunnen beoordelen of de opdrachtgever de verplichting heeft loonheffingen af te dragen of te voldoen.”
Bij het beoordelen van een (model)overeenkomst hoeft nu alleen getoetst te worden of er bij de daarin voorziene arbeidsverhouding sprake is van een echte dienstbetrekking of van een van de andere fictieve dienstbetrekkingen dan die van gelijkgestelden en thuiswerkers. “Indien de arbeidsverhouding geen echte dienstbetrekking is en ook geen van de andere fictieve dienstbetrekkingen dan die voor gelijkgestelden en voor thuiswerkers van toepassing kan zijn, kan de Belastingdienst het oordeel geven dat er geen afdracht of voldoening van loonheffingen hoeft plaats te vinden.”
Louter administratief
Het buiten toepassing stellen van de fictieve dienstbetrekkingen voor gelijkgestelden en thuiswerkers is mogelijk als partijen dat vooraf in een schriftelijke overeenkomst vastleggen. Er hoeft daarvoor geen door de Belastingdienst beoordeelde (model)overeenkomst te zijn. “Het stellen van laatstgenoemde voorwaarde zou namelijk enkel leiden tot een louter administratieve voorwaarde, zonder inhoudelijke gevolgen. Het schrappen van de mogelijkheid om contractueel de genoemde fictieve dienstbetrekkingen uit te sluiten zou de beoordeling door de Belastingdienst van veel voorbeeldovereenkomsten weer onmogelijk maken.” Ook nu worden nog steeds veel modelovereenkomsten voor toetsing voorgelegd. “Indien het uitsluiten van de twee fictieve dienstbetrekkingen alleen mogelijk zou zijn in een door de Belastingdienst beoordeelde (model)overeenkomst en niet in elke schriftelijke overeenkomst, zou dit, zoals hiervoor vermeld alleen tot extra administratieve lasten leiden. Meer partijen zouden, omdat zij niet de gevolgen van een fictieve dienstbetrekking wensen, de overeenkomst alsnog voorleggen aan de Belastingdienst, alleen om te voldoen aan de administratieve voorwaarde.”