
Online supermarkt Picnic maakte onrechtmatig inbreuk op het portretrecht van een werkneemster, heeft de kantonrechter onlangs geoordeeld. De vrouw heeft daarom recht op 10.000 euro schadevergoeding. Ook mag Picnic die afbeeldingen niet meer gebruiken, op straffe van een dwangsom van 1.000 euro per overtreding tot een maximum van 25.000 euro.
Fotoshoot voor promotie
De werkneemster nam in 2019 op verzoek van Picnic deel aan een fotoshoot voor promotiedoeleinden. Dit zou een kortlopende Instagramcampagne zijn waarvoor zij een geringe tegenprestatie kreeg. Dat is schriftelijk overeengekomen. Deze campagne kwam echter nooit van de grond.
Grootschalig gebruik
De werkneemster ontdekte dat Picnic haar portret in plaats ervan bijna twee jaar later grootschalig gebruikte in een wervingscampagne, onder meer met (meer dan) levensgrote stickers op haar bestelbusjes.
Geen toestemming
De rechter verwerpt Picnics verweer dat zij door vrijwillig mee te werken aan de fotoshoot had toegestemd in dergelijk gebruik van haar portret. De werkneemster heeft (mede) gezien de tekst van de door haar ondertekende quit claim geen toestemming gegeven voor het grootschalige gebruik dat Picnic (pas veel later) van haar foto’s heeft gemaakt.
Meer dan levensgrote stickers
In elk geval niet voor de meer dan levensgrote stickers op bestelbusjes (en al helemaal niet op bestelbusjes buiten Nederland). Dat kan in ieder geval niet worden begrepen onder “de beschikbare promotiekanalen van Picnic BV”. Picnic voert ook niet aan dat daar afzonderlijk toestemming voor is gevraagd, zoals wel vermeld in de quit claim. Dit gebruik was dus onrechtmatig.
Anders dan professionele acteur
Anders dan een professionele acteur, die wordt ingehuurd voor een langdurige campagne voor bijvoorbeeld een supermarkt en daarvoor een navenante vergoeding ontvangt, heeft de werkneemster er geen rekening mee behoeven te houden dat zij door grootschalig gebruik van haar portret voor het publiek mogelijk voor langere tijd met het bedrijf van Picnic wordt geassocieerd.
Immateriële schade
De kantonrechter acht immateriële schade als gevolg van het gebruik van het portret van de werkneemster dan ook voldoende aannemelijk. Die schade is niet ongedaan gemaakt door verwijdering van de afbeeldingen, maar hooguit beperkt, en ook niet afdoende gecompenseerd door betaling van € 650. De kantonrechter schat de immateriële schade van de werkneemster die voor vergoeding in aanmerking komt op een bedrag van 10.000 euro.
Uitspraak Rechtbank Amsterdam, 24 november 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:7151