
Dat een echtgenote vanwege persoonlijke omstandigheden op een ander adres staat ingeschreven wil nog niet zeggen dat er sprake is van een eigen tweede woning.
Een man exploiteert voor eigen rekening en risico een eenmanszaak. De activiteiten bestaan uit het adviseren over verzekeringen en hypotheken en het voeren van administraties voor derden en het verzorgen van aangiften IB/PVV voor particulieren. Zijn echtgenote werkt mee in de onderneming.
Het echtpaar gaat in hoger beroep tegen de opgelegde aanslagen IB/PVV over 2015 en 2016. Zij stellen zich op het standpunt dat een pand geheel als ‘eigen woning’ dient te worden aangemerkt en daarom ten onrechte voor een derde deel tot de grondslag van het inkomen uit sparen en beleggen (box 3) is gerekend.
Een inspecteur wijst hen erop dat hij hen op dit punt reeds in de rechtbankfase volledig is tegemoetgekomen. De door het echtpaar verlangde correctie van het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen heeft dus reeds plaatsgevonden. Dat hoger beroep faalt, aldus de rechtbank.
Het echtpaar stelt verder dat ook een ander pand als ‘eigen woning’ dient te worden aangemerkt en daarom ten onrechte is begrepen in de grondslag voor de bepaling van het inkomen uit sparen en beleggen.
Persoonlijke omstandigheden
De reden die de man daarvoor geeft is dat zijn vrouw dat zijn vrouw “in verband met persoonlijke omstandigheden” op 1 januari 2015 op dat adres stond ingeschreven en zij op dat moment nog steeds zijn fiscale partner was.
Volgens hof Amsterdam heeft de rechtbank dat standpunt terecht en op goede gronden verworpen. Uit artikel 3.111 van de Wet IB 2001 volgt dat de man en zijn echtgenote tezamen slechts één hoofdverblijf kunnen hebben.
Zij kunnen samen dus slechts één eigen woning hebben. Fiscale partners kunnen samen maar één hoofdverblijf hebben, tenzij zich een uitzondering voordoet als bedoeld in het vermelde artikel. Nu is vast komen te staan dat een dergelijke uitzondering zich in dit geval niet voordoet, is de woning terecht begrepen in de grondslag voor het inkomen uit sparen en beleggen.
Slotsom is dat het hoger beroep ongegrond wordt verklaard; het andere pand valt in box 3.