Beweren dat je ondernemer bent maar de aangifteplicht verzaken, verhoudt zich niet met elkaar. Een belastingplichtige die daarmee weg dacht te komen, keek lelijk op zijn vingers. De bewijslast werd volgens de rechtbank Den Haag terecht omgekeerd en door opgevoerde aftrekposten werd een streep gehaald.
Het geschil betrof een man die werkzaam was als zelfstandig assurantie/financieel adviseur. Over de jaren 2011 en 2012 draaide hij hiermee een omzet van € 30.000,- respectievelijk € 36.000,-. Daarnaast is hij werkzaam als amateur-voetbaltrainer, waarmee hij in de jaren 2011 en 2012 een bruto loon van € 10.483 respectievelijk €2.874,- heeft genoten.
Aanslag en verzuimboete
De man werd verzocht aangifte IB/PVV te doen over de jaren 2011 en 2012, maar diende de aangiftes, ook na herinnering en aanmaning niet in. Hem werd over 2011 een aanslag opgelegd, naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 32.513 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 35,-. Tevens kreeg hij een verzuimboete van € 369,-. Over 2012 volgde een aanslag IB/PVV 2012 naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 22.874. Ook hierbij kreeg hij een verzuimboete van € 369,- Bezwaren tegen de aanslagen werden in 2016 ongegrond verklaard.
Aftrekposten
De financieel adviseur vond dat hij ondernemer is en dat de Belastingdienst ten onrechte geen rekening hield met aftrekposten en negatieve inkomsten uit eigen woning. De Belastingdienst stelde daar tegenover dat de man zijn ondernemerschap dient te bewijzen, na het verzuimen van de aangiften. De advieswerkzaamheden werden bestempeld als fictieve dienstbetrekking dan wel als resultaat uit overige werkzaamheden. Van een onderneming is naar het oordeel van de inspecteur geen sprake. De eiser kon geen stukken overleggen die inzicht gaven in de manier waarop zijn onderneming reilde en zeilde. Enkele samenwerkings- en freelanceovereenkomsten die hij overlegde, waren niet ondertekend.
Omkering en verzwaring
Rechtbank Den Haag oordeelde dat de Belastingdienst een redelijke schatting van het inkomen van de man had gemaakt en verklaarde het beroep tegen de aanslag ongegrond. De aanslagen zijn terecht met toepassing van omkering en verzwaring van de bewijslast vastgesteld, aldus de rechtbank. En het ondernemerschap plus de fiscale faciliteiten die daarbij horen, kon hij op zijn buik schrijven.