De Algemene Rekenkamer is in een tussentijdse rapportage zeer kritisch over de zogeheten Investeringsagenda van de Belastingdienst. Dat vernieuwingsprogramma verloopt veel te traag, zoals al eerder geconstateerd. Maar bovendien is niet duidelijk hoeveel geld er in het programma wordt gestoken en wat precies de baten en lasten zijn. De fiscus moet de voortgang en de uitgaven beter managen en vastleggen, vindt de Rekenkamer.
Het in 2015 ingezette investeringsprogramma om met ICT- en personeelsvernieuwingen op een efficiëntere manier belastingen te innen, heeft nog altijd met vertragingen te kampen. “Er is minder geld uitgegeven dan beschikbaar was, meer personeel uitgestroomd dan gepland en de bestedingen voor projecten om de processen en het functioneren van de Belastingdienst te veranderen blijven achter. Bijna 60% van de geplande projecten voor de Investeringsagenda is vertraagd of geannuleerd. Beter inzicht in de kosten en baten is gewenst, maar nog niet gegarandeerd.”
Tot 2027 geen voordeel
De Rekenkamer heeft in elk geval becijferd dat de kosten van het programma tot 2027 hoger zullen zijn dan de baten.
Financiën heeft voor het vernieuwingstraject tot en met 2024 ruim € 2,3 miljard uitgetrokken. Zowel in 2015 als 2016 is minder geld uitgegeven dan er budgettair beschikbaar was. “Dat geldt ook voor de eerste vijf maanden van dit jaar. Dit is mede toe te schrijven aan de aangekondigde herijking van het programma nadat bleek dat meer belastingambtenaren (sneller) gebruik maken van een vertrekregeling. De herijkingsstukken (gepubliceerd op Prinsjesdag) behoeven verdere uitwerking. De financiële onderbouwing is nog onduidelijk.” De Rekenkamer vraagt zich ook af waarom in de begroting voor 2018 nog eens € 75 miljoen extra wordt uitgetrokken voor de fiscus, terwijl de laatste jaren te weinig van het beschikbare geld is besteed aan vernieuwing.
Geen financiële verankering
De administratie van de Belastingdienst is niet op orde, aldus de Rekenkamer. “We tekenen aan dat we de financiële gegevens over de gerealiseerde uitgaven hebben moeten ontlenen aan interne documenten, die geen definitieve status hebben, omdat een verankering ontbreekt in de financiële administratie van de Belastingdienst.” In totaal is minder aan de reorganisatie uitgegeven dan is begroot. “Een grondige herijking is dringend noodzakelijk. We zien daarbij dat serieus getracht is om ‘geleerde lessen’ bij de herijking te betrekken. Zo zijn bijvoorbeeld veel aanbevelingen verwerkt in de nota over de nieuwe topstructuur van de Belastingdienst. Maar of en hoe deze nieuwe structuur gaat bijdragen aan het beoogde doel of de beoogde doelen, hangt af van de daadwerkelijke implementatie. Dat geldt ook voor de verbeteringen in de sturings- en managementinformatie.” Sturing en beheersing van het programma moeten op korte termijn op orde worden gebracht om de voortgang van het veranderprogramma te kunnen volgen. Anders blijft onduidelijk wat het programma heeft gekost en opgeleverd.