Gerechtshof Amsterdam heeft onlangs uitspraak gedaan in de zaak van de gemeente Aalten over een btw-besparend schoolmodel. De procedure kent een lange geschiedenis. De Hoge Raad heeft twee keer geoordeeld over deze zaak. Daarnaast hebben het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, het Gerechtshof Amsterdam een oordeel gegeven. Bijgaand de laatste ontwikkelingen over het btw-besparend schoolmodel.
1. Feiten.
De gemeente Aalten (hierna ook: de gemeente) heeft twee nieuwe schoolgebouwen gebouwd en tegen een geringe vergoeding verkocht en geleverd aan een beheerstichting. Deze stichting verhuurt de gebouwen aan de schoolbesturen. De gemeente voldoet btw over de geringe verkoopprijs en wil de btw op de bouwkosten verrekenen c.q. terugvragen op de btw-aangifte hetgeen de Belastingdienst bestrijdt
2. Verloop procedure
Het Gerechtshof Arnhem oordeelt in zijn uitspraak van 15 januari 2013 dat sprake is van misbruik van recht. De Hoge Raad oordeelt in zijn arrest van 25 april 2014, nr. 13/00959, dat het Gerechtshof het oordeel voor wat betreft misbruik van recht onvoldoende heeft onderbouwd. De Hoge Raad verwijst de zaak voor verdere behandeling naar het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch die in zijn uitspraak van 19 juni 2015 oordeelt dat geen sprake is van misbruik van recht. De staatssecretaris heeft cassatie aangetekend tegen deze uitspraak. De Hoge Raad oordeelt in zijn arrest van 6 januari 2017 dat het verwijzingshof ‘s-Hertogenbosch de stelling van de inspecteur dat de verkoop van nieuwbouwscholen door de gemeente Aalten aan een stichting als misbruik van recht kwalificeert, onvoldoende heeft onderzocht. De zaak wordt verwezen naar Hof Amsterdam voor verdere behandeling.
3. Gerechtshof Amsterdam
Het Gerechtshof Amsterdam oordeelt in zijn uitspraak van 10 oktober 2017, nummers BK/17/00019 en 17/00020 dat sprake is van misbruik van recht. Volgens het Gerechtshof is sprake van een kunstmatige vergoeding die via een kunstmatig kasrondje wordt gecreeerd. Voorts sluiten de in de koopovereenkomst opgenomen bedingen en contractvoorwaarden zoals het boetebeding, de aanbiedingsplicht, de koopoptie en de ontbindende voorwaarden niet overeen met normale (markt)voorwaarden en dienen als kunstmatig te worden aangemerkt. Tenslotte zijn de rechtshandelingen inzake de verhuur van de sporthal gekunsteld en heeft de stichting geen economische realiteit.
4. Gemeentelijke praktijk
Kunt u het nog volgen? De zaak van de gemeente Woerden heeft veel overeenkomsten met onderhavige zaak en betreft volgens de Hoge Raad geen misbruik van recht. Het arrest van de Hoge Raad van 1 december 2017 inzake de sportstichting geeft aan dat de toepassing van misbruik van recht volgens de Hoge Raad heel genuanceerd ligt. Wij zien dat met name de Rechtbanken en Gerechtshoven met betrekking tot de btw-besparende schoolmodellen sneller dan de Hoge Raad oordelen dat sprake is van misbruik van recht. Zoals wij van een abonnee hebben begrepen volgt binnen nu en enkele maanden een uitspraak van de Hoge Raad over een btw-schoolmodel waarvan het Gerechtshof Den Haag heeft geoordeeld dat sprake is van misbruik van recht.
Onlangs is het wetsvoorstel uit 2005 waarin reparatiewetgeving was opgenomen tegen onder andere btw-besparende modellen met schoolgebouwen ingetrokken. Ziet het Ministerie van Financiën op basis van het leerstuk misbruik van recht nog steeds goede mogelijkheden om btw-besparende schoolmodellen te bestrijden of wordt nieuwe reparatiewetgeving voorbereid.
Bron: Hof Amsterdam, 10 oktober 2017, nr. ECLI:NL:GHAMS:2017:4619 (publicatiedatum: 29 november 2017)
Dit bericht is opgesteld door de redactie van Taxnabigator.