Eurocommissaris Günther Oettinger (begroting) wil dat nieuwe Europese milieubelastingen direct naar de kas van de EU-vloeien. Daarbij denkt hij aan heffingen op plastic en emissies.
De Europese Commissie schat dat er na 2020 maximaal jaarlijks €10 miljard extra nodig is om nieuw EU-beleid, zoals inspanningen op het gebied van migratie en veiligheid, te bekostigen. Daarnaast vallen er door Brexit €6 à €7 miljard aan inkomsten weg, en die moeten gecompenseerd worden.
Plasticheffing
Opgeteld moet door de lidstaten maximaal €17 miljard opgehoest worden in de komende zeven jaar. Volgens Oettinger kan dat bedrag lager uitvallen door nieuwe milieubelastingen direct in de EU-kas te laten vloeien. Daarbij kan gedacht worden aan opbrengsten uit het verkopen van emissierechten of een heffing op plastic. Welke vervuiler zou moeten betalen, de producent of de consument, is nog niet te zeggen. Oettinger wil een besluit van lidstaten en parlement voor de Europese verkiezingen van mei 2019.
Nettobetalers
Nettobetalers, lidstaten die meer afdragen aan de unie dan ze terugkrijgen in de vorm van subsidies, zoals Nederland, zijn er beducht op dat de Commissie af wil van alle zogenaamde kortingen die zij hebben bedongen, nadat de Britten in 1984 volgens Oettinger de ‘Moeder aller budgetkortingen’ hadden gekregen. Nederland is zo’n nettobetaler en wil gelijk worden behandeld met ‘lotgenoten’, zoals Duitsland, Zweden en Oostenrijk.
Door de Brexit gaapt er straks, voor zover nu te voorzien, vanaf 2021 een gat aan de inkomstenkant van €12 miljard à €14 miljard. De Commissie wil daarvan een deel opvangen door te bezuinigen en het andere deel, maximaal €7 miljard, binnenhalen door verhoogde afdrachten. Daarnaast zijn er kosten voor extra en nieuwe taken.