De consumentenprijzen waren in maart 1 procent hoger dan een jaar eerder, meldt het CBS. In februari was de prijsstijging van goederen en diensten op jaarbasis 1,2 procent.
De consumentenprijsindex (CPI) is een belangrijke indicator voor het verschijnsel inflatie, maar is niet hetzelfde. De index geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals dagelijkse boodschappen, kleding, benzine, huur en verzekeringspremies. Inflatie is breder dan de prijsontwikkeling van consumentengoederen en –diensten, want bijvoorbeeld ook koopwoningen, industriële producten, aandelen en goud veranderen van prijs.
De CPI is één van de inflatie-indicatoren die is opgenomen in het prijzendashboard. Hierin staan ook andere inflatie-indicatoren zoals de prijsindex bestaande koopwoningen en de in- en uitvoerprijzen van de industrie.
Prijsstijging van voedingsmiddelen neemt af
In maart stegen de consumentenprijzen minder hard dan in februari. Dit kwam vooral door de ontwikkeling van de prijzen van een aantal voedingsproducten zoals vlees, zuivel, fruit en aardappelen. De prijsstijging van voedingsmiddelen op jaarbasis is voor de zesde maand op rij afgenomen. Ook de prijsontwikkeling van kleding drukte de stijging van de consumentenprijzen. Daarentegen had de prijsontwikkeling van mobiele telefoondiensten, onderhoud van privé-voertuigen en autobrandstoffen een verhogend effect op de ontwikkeling van de consumentenprijzen.
Lagere stijging dan in de eurozone
Naast de consumentenprijsindex (CPI) berekent het CBS ook de Europees geharmoniseerde prijsindex (HICP). In maart waren de prijzen van goederen en diensten in Nederland volgens de HICP 1 procent hoger dan een jaar eerder. Dat was in februari nog 1,3 procent. Daarmee is de prijsstijging in Nederland lager dan die van de eurozone, waar de prijsstijging toenam van 1,1 naar 1,4 procent. In de eurozone was vooral de prijsstijging van voeding, alcohol en tabak sterker dan in februari.