Werkgevers met activiteiten die vallen onder verschillende sectoren, moeten de sectorpremie betalen voor de sector waarvoor zij in de regel het grootste bedrag aan premieplichtig loon moeten betalen. Loon waarvoor de werkgever niet premieplichtig is, telt niet mee. Dat heeft de Hoge Raad bevestigd naar aanleiding van de zaak van een groenbedrijf, waar zowel civieltechnische als hovenierswerkzaamheden worden verricht.
Het hovenierswerk werd bij de aannemer hoofdzakelijk uitgevoerd door eigen werknemers. De bestuurder van de holding en een elders ingehuurde kracht verrichten in een onderaannemingsconstructie de civieltechnische werkzaamheden. Volgens de inspecteur behoorden de hovenierswerkzaamheden en de civieltechnische activiteiten tot verschillende sectoren. Hij deelde de BV in de sector Bouwbedrijf in op basis van de omzet van civieltechnische respectievelijk de cultuurtechnische werkzaamheden exclusief leveringen.
Toerekening
De Hoge Raad vond deze toerekening niet correct. Werkgevers/opdrachtgevers die activiteiten verrichten die behoren tot verschillende sectoren zijn van rechtswege aangesloten bij de sector waartoe de werkzaamheden behoren waarvoor hij als werkgever doorgaans het grootste bedrag aan premieplichtig loon betaalt of vermoedelijk zal betalen. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de loonsom.
Agrarisch bedrijf
Het is volgens de Hoge Raad niet de bedoeling dat in die loonsom ook loon wordt begrepen dat de werkgever niet zelf voldoet of waarvoor hij niet premieplichtig is, het (onder)aangenomen werk dus. Het loon van de ingeleende civieltechnische medewerkers was hier dus niet van belang voor de sectorindeling. Omdat de werkzaamheden waarvoor de B.V. premieloon had betaald hoofdzakelijk bestonden uit hovenierswerkzaamheden, moest zij worden ingedeeld in de sector Agrarisch bedrijf.