Ook het RB heeft er moeite mee dat werknemers die al een 30%-regeling hebben onder de nieuwe regels gaan vallen. De belangenorganisatie heeft de Tweede Kamer onlangs feedback gegeven op de plannen om de looptijd van de 30%-regeling te verkorten en sluit zich daarmee aan in een lange rij.
Rechtszekerheid
‘Wij zijn van mening dat het MKB zwaarder wordt getroffen dan het grootbedrijf als deze plannen worden ingevoerd’, licht de organisatie in een verklaring toe. Het RB wijst onder anderen op het beginsel van rechtszekerheid en het vertrouwensbeginsel, en wil graag dat het ministerie van Financiën uitlegt in hoeverre de verkorting voor deze werknemers in overeenstemming is met deze beginselen.
Oplossing
Het RB stelt voor om een eventuele verkorting van de looptijd alleen te laten gelden voor nieuwe gevallen, dat wil zeggen voor aanvragen vanaf 1 januari 2019. ‘Met een dergelijke regeling wordt ook recht gedaan aan hetgeen werknemer (en werkgever) vooraf mocht verwachten. Het RB wijst in dit kader graag ook op de wijziging van de 30%-regeling per 2012. Destijds is wél een overgangsregeling met eerbiedigende werking ingevoerd voor bestaande gevallen. Als ook nu een overgangsregeling 2 zou worden getroffen voor bestaande gevallen, dan is er in ieder geval sprake van een consistente lijn.’
De wijziging van de 30%-regeling is in een brief van 20 april 2018 door de staatssecretaris van Financiën aangekondigd aan de Tweede Kamer. De oorsprong van de regeling ligt in het aantrekken van buitenlandse werknemers met specifieke kennis die in Nederland schaars is. Om het aantrekkelijk te maken om in Nederland te werken, kan de werkgever 30% van het salaris als onbelaste vergoeding uitbetalen, om in bijvoorbeeld huisvestigingskosten en reiskosten tegemoet te komen. De staatssecretaris wil de termijn van acht jaar terugbrengen naar maximaal vijf jaar.
Inmiddels zijn er Kamervragen gesteld over de plannen, waarin onder andere de overgangsregeling aan de orde wordt gesteld.