Moeten ontslagvergoeding en stamrecht gedeeld worden als huwelijkspartners uit elkaar gaan? Een procedure hierover ging tot aan de Hoge Raad. Die maakte duidelijk dat gekeken moet worden naar de aard van de schadeloosstelling en dat het niet uitmaakt of de vergoeding is gestald bij een professionele uitvoerder of bij de eigen stamrecht BV.
Man en vrouw trouwden op 3 oktober 1986 in gemeenschap van goederen. Tijdens het huwelijk ontvangt de man twee ontslagvergoedingen van verschillende werkgevers: een van Tele Atlas en een van Tomtom. Eén keer in contanten, de volgende zette hij om in een stamrecht bij zijn eigen BV. In 2013 scheidden zij.. De vrouw stelt dat zowel het stamrecht als de ontslagvergoeding in contanten tot de gemeenschap van goederen behoort en dus doormidden moeten. De man betwist dit en stelt dat deze aanspraken ‘wegens verknochtheid’ tot zijn privévermogen behoren.
Verknocht of niet
De rechtbank heeft bij beschikking op 2 juli 2013 echtscheiding tussen partijen uitgesproken. Over de wijze van verdeling van de huwelijksgemeenschap heeft de rechtbank vastgesteld dat een door de man ontvangen ontslagvergoeding van TomTom niet aan hem is verknocht en door partijen bij helfte dient te worden gedeeld. De stamrechtvoorziening is wel aan de man verknocht. In hoger beroep oordeelt het Hof dat de aanspraak op zijn stamrecht BV als aan de man verknocht moet worden beschouwd. In een incidenteel cassatieberoep verzet de man zich tegen het oordeel van het Hof dat de ontslagvergoeding van TomTom niet aan hem verknocht is.
Bij de beantwoording van de vraag of de aanspraak in de huwelijksgemeenschap valt, moet volgens de Hoge Raad onderscheid worden gemaakt tussen de periode vóór en na ontbinding van het huwelijk. Voor zover de aanspraak ziet op laatstgenoemde periode valt deze niet in de gemeenschap. Dat geldt ook indien de ontslagvergoeding is uitbetaald in de vorm van een bedrag en niet is aangewend voor de aankoop van een stamrechtverzekering of is ondergebracht in een stamrecht BV.
In een overzichtje gevat ziet het er aldus uit:
- De aanspraak op ontslagvergoeding uit hoofde van een stamrechtovereenkomst dient zelfstandig – dus van de ontslagvergoeding waaruit deze aanspraak is gefinancierd – op verknochtheid te worden beoordeeld.
- De aanspraak valt wel in de gemeenschap als de aanspraak dient als ‘oudedagsvoorziening’. Dergelijke ‘pensioenaanspraken’ dienen voor zover zij zijn opgebouwd tijdens het huwelijk, in beginsel mede tot verzorging van de andere echtgenoot.
- Bij de beantwoording van de vraag of de aanspraak in de huwelijksgemeenschap valt, moet onderscheid worden gemaakt tussen de periode vóór en na ontbinding. Voor zover de aanspraak ziet op laatstgenoemde periode valt deze niet in de gemeenschap.
- Datzelfde is van toepassing als de ontslagvergoeding is uitbetaald in de vorm van een bedrag en niet is aangewend voor de aankoop van een stamrechtverzekering of is ondergebracht in een stamrecht BV.
Bronnen: HR/Cassatieblog